'Hier mag je af en toe ook eens onderuit gaan.'

Foto van Ylet

Bij het Kentalis College Zwolle is vanaf de start in 2013 sprake van een zogeheten school-in-school constructie. Kentalis zit in Zwolle in hetzelfde gebouw als de Thorbecke Scholengemeenschap. Dit is een mooi voorbeeld van hoe Kentalis inclusief onderwijs stimuleert en hoe je als leerling vanuit voortgezet speciaal onderwijs toch de stap kunt maken naar regulier onderwijs, al dan niet in een mediumsetting. Zwolle biedt namelijk zowel een school-in-school constructie als een mediumsetting aan op een plek.

We spreken Ylet Slot die sinds april 2021 directeur is van het Kentalis College Zwolle. Zij ziet als geen ander het belang om meer inclusief onderwijs te stimuleren, een belangrijk speerpunt binnen de strategie van Kentalis. “In Zwolle loopt de school-in-school constructie goed, en daarmee willen we ook andere locaties inspireren. Zwolle is een kleine VSO school, we hebben één klas. Daarnaast hebben we in het Thorbecke ook ambulante begeleiding in de vorm van een medium setting. Daar maken 26 leerlingen gebruik van, verspreid over de verschillende leerjaren van het reguliere onderwijs. Voor die 26 leerlingen zijn er twee ambulant begeleiders aanwezig.”

Snellere doorstroom naar regulier onderwijs mogelijk maken

“De leerlingen die in de VSO klas zitten stromen vaak na het eerste of in het tweede jaar uit. We bieden dus onderbouw aan binnen het Kentalis College en daarna gaan de leerlingen naar het reguliere onderwijs. Het unieke is dat leerlingen ook al in de eerste twee leerjaren gebruik maken van het reguliere onderwijs, weliswaar begeleid. Leerlingen zien hier dus meteen hoe het werkt in een grotere school en draaien daar voor een deel al in mee. Dat maakt de overgang makkelijker.

Door deze constructie samen met de Thorbecke Scholengemeenschap, hoeven leerlingen minder ver te reizen dan wanneer ze aangewezen zouden zijn op een andere VSO school van Kentalis. De resultaten van deze school-in-school constructie zijn positief te noemen. Een dergelijke constructie vraagt wel om een partner die bereid is om mee te werken en zich ook aan te passen aan de VSO-leerlingen. Tussen Thorbecke en Kentalis was er vanaf het begin een goede samenwerking en was iedereen welwillend om er samen een succes van te maken. Een goed voorbeeld daarvan is dat de docenten in het reguliere onderwijs ook veel willen weten over het begeleiden van leerlingen met TOS. Zij zijn bereid daar scholing voor te volgen.”

Klein, maar toch acteren als een volwaardige school

In de praktijk is het best een uitdaging om als volwaardige school te acteren binnen de kaders van een reguliere school. Ylet moet steeds puzzelen met de formatieplekken die er zijn. Dat kan nooit uit volgens de normen die daarvoor staan. “Het zou soms al helpen als we net iets losser mochten omgaan met het passend maken van het onderwijs. We zouden winst kunnen halen door onderling wat vloeiender naar de grenzen te kijken en per leerling het onderwijs nog passender maken. Nu zegt de wet- en regelgeving dat een leerling of bij Kentalis of bij Thorbecke ingeschreven staat met alle regels die daarbij horen. Als je bij een school-in-school constructie zit, betekent dat dat je in zestig procent van de tijd ook in die constructie les moet hebben. Maar sommige leerlingen kunnen misschien al net iets meer regulier onderwijs aan.”

Een ander aspect is dat je als volwaardige school ook aan alle regels moet voldoen. “Met mijn kleine klasje word ik gezien als volwaardige VSO school, dus moet ik ook alles doen wat de andere VSO scholen doen. Denk aan het opstellen van een scholingsplan, de schoolgids, werkverdelingsplannen en een veiligheidsplan. Eigenlijk doen we mee aan alle projecten die lopen. Terwijl de functies die we hebben vaak heel klein zijn in het aantal formatie-uren.

Op een veilige manier kennis maken met de buitenwereld

“Vanuit groep 8 van het speciaal onderwijs is de overstap naar een reguliere school vaak groot. Leerlingen zijn redelijk beschermd en in een veilige setting opgegroeid. Bij ons komen ze dan in eerste instantie in een vaste klas en kunnen van daaruit veilig de wereld gaan verkennen. Die setting is dan al best overweldigend. Ze komen in een echt grote school terecht, maar krijgen in de eerste jaren de veiligheid van je eigen mini-omgeving van waaruit je uitstapjes gaat maken. Tegelijkertijd heb je al direct te maken met de reguliere leerlingen. Je staat op hetzelfde schoolplein en moet de hele school door. Leerlingen zeggen later zelf dat ze geleerd hebben van de grotere vrijheid die er is. En van af en toe in een veilige omgeving onderuit gaan leer je alleen maar.”

Resultaat!

“Het resultaat van deze samenwerking is dat leerlingen zich ontwikkelen in een reguliere onderwijs- omgeving. Waarbij ze hun zelfredzaamheid, zelfvertrouwen en autonomie zodanig ontwikkelen dat ze voorbereid zijn op hun verdere toekomst.”