Lisa Monen werkt sinds 2017 bij Kentalis als logopedist. Deels bij behandelgroepen en daarnaast bij Wonen & Dagbesteding op de Theerestraat in Sint-Michielsgestel. In het onderzoeksproject Tactile Working Memory Scale (TWMS) heeft Lisa een rol als beoordelaar van de video’s die in dat project worden opgenomen van cliënt en communicatiepartner. Met de uitkomst van de video’s biedt ze communicatiepartners nieuwe leerstrategieën om het tactiele werkgeheugen van cliënten uit te breiden. Dit is het vermogen van de cliënten om via de tast informatie op te doen, tijdelijk op te slaan en in te zetten tijdens dagelijkse situaties.
In Gaaf om op hoog wetenschappelijk niveau én op de werkvloer mee te werken aan project TWMS vertelt Karin Fleuren wat de TWMS inhoudt en over haar rol als onderzoeker. Lisa legt uit hoe het beoordelen van de opgenomen video’s in zijn werk gaat en wat er met het resultaat van de beoordeling gebeurt. Communicatiepartners zijn begeleiders, behandelaars, leerkrachten en ouders. Zij komen het meest (wederzijds) in contact met cliënten, bijvoorbeeld door middel van voorwerpen, tactiele gebaren of vingerspelling in de hand. In dit verband gebruiken we de term cliënten voor zowel cliënten, bewoners als leerlingen.
Kijken en vergelijken
Lisa: ‘’Ons werk als beoordelaar doen we in duo’s en vanuit verschillende functies. Tijdens het beoordelen vullen we allebei per video de TWMS schaal in. Daarna vergelijken we wat we hebben ingevuld. De verschillen bespreken we, want voor het onderzoek moeten we het eens worden. We vullen de TWMS schaal dan nogmaals in met de resultaten waarover we het eens zijn geworden. Op basis van deze resultaten selecteren we de leerstrategieën. Daarmee adviseren we de communicatiepartner wat mogelijkheden zijn om de begeleiding van diens cliënt, als het om tast gaat, aan te passen. Niet alleen bij praktische dingen, want we kijken met nadruk ook naar het sociale element voor een cliënt.’’
Een voelbaar voorbeeld
‘’Laatst had ik bijvoorbeeld een beoordeling van een cliënt die volledig doofblind is. Er was wel al sprake van tactiel contact tussen de communicatiepartner en cliënt, maar dat was nog vrij functioneel. Een gesprek over wat je aan het doen bent, over de dagplanning of ‘we zijn nu aan het eten’. Wij gaan dan kijken hoe we dat met communicatiepartners kunnen uitbreiden naar samen beleven en plezier hebben. Al is dat wel afhankelijk van het ontwikkelingsniveau van de cliënt. Soms is het mogelijk om situaties met een cliënt na te bespreken door middel van tastbare materialen. Daarmee kan de cliënt die gebeurtenis nog een keer voelen.’’
Kijken of het anders kan
‘’Als we opties hebben bedacht voor nieuwe leerstrategieën, ga ik persoonlijk met de communicatiepartner in gesprek en stuur hem of haar ook een beschrijving van de nieuwe leerstrategie toe. Met als doel dat de communicatiepartner er zo concreet mogelijk mee aan de slag kan gaan. Nadat deze dat een tijdje geprobeerd heeft, worden er opnieuw video’s gemaakt, die wij weer beoordelen. Op basis daarvan zien wij het resultaat van de inzet van de leerstrategieën, wat ons weer inzichten en informatie geeft over de bruikbaarheid van de geadviseerde leerstrategieën en of we deze eventueel zouden moeten aanpassen. Op basis van die tweede ronde beelden koppelen we per mail nog aan de communicatiepartner terug wat we gezien hebben en geven dan adviezen waar hij of zij mee verder kan in de toekomst.’’
Bewuster kijken naar de wereld van tast
‘’De TWMS levert cliënten in mijn ogen zeker iets op. Als je leeft met weinig tot geen zicht en gehoor, moet je heel hard werken om mee te kunnen doen in het gangbare leven. Met de TWMS kijken we heel nadrukkelijk en gedetailleerd naar de wereld van tast en maken ook de communicatiepartners daarvan steeds bewuster. We sluiten meer aan bij de belevingswereld van mensen met een beperking in horen én zien. Soms is hun ontwikkeling als het om tast gaat nog niet zo groot, omdat hun omgeving dat simpelweg niet kan aanbieden. Door de TWMS leren cliënten of worden ze uitgedaagd om hun tast meer in te zetten. Daarmee wordt het dagelijks leven een stuk toegankelijker voor hen en dat vind ik heel mooi.’'
Punt van zorg
‘’In de praktijk zien we dat communicatiepartners via de TWMS mooie stappen zetten. Ook op cliëntniveau zien we vooruitgang, hoe groot of klein dan ook. Kanttekening vind ik dat de randvoorwaarden om leerstrategieën van de TWMS te laten slagen niet altijd ‘kloppen’. Bijvoorbeeld door personeelswisselingen. Dan investeren we in communicatiepartners, die opeens vertrekken naar een andere baan. Dat is natuurlijk zonde van de opgedane kennis en ervaring. Ook belemmert de werkdruk het breder inzetten van de TWMS met en voor andere communicatiepartners. We houden in deze tijd extra rekening met de belastbaarheid van communicatiepartners. Ze hebben zoveel te doen, dat je ze niet wil overvragen. We zijn dan iets voorzichtiger en adviseren daarom wat minder nieuwe leerstrategieën of we zorgen voor slechts kleine veranderingen in de aanpak. Zo kunnen communicatiepartners zich toch met alle aandacht richten op een concreet verbeterpunt voor hun cliënt.’’
Kers op de taart
‘’Het allerleukste aan mijn rol vind ik het om collega’s enthousiast te maken om iets met de aangereikte leerstrategieën te gaan doen. Iets kleins aanreiken en dat zo goed mogelijk overbrengen. Dat zie ik als uitdaging. Omdat ik zelf oprecht enthousiast ben over de mogelijkheden bij een cliënt, breng ik dat enthousiasme makkelijker over. Het is zó leuk om te zien als een communicatiepartner onze adviezen goed snapt en hardop zegt ‘’oh ja, dat ga ik gauw proberen met mijn cliënt’’. Kers op de taart is dan natuurlijk als je terug hoort dat de cliënt heeft gereageerd zoals we hadden verwacht en gehoopt.’’
Wil je meer weten over Tactile Working Memory Scale? Karin Fleuren vertelt over haar rol als onderzoeker.