Naomi (13) was een peuter toen bij haar een taalontwikkelingsstoornis werd ontdekt. De jaren daarna kreeg ze hulp en leerde ze veel. Dat was niet altijd makkelijk, maar Naomi is een doorzetter. Samen met haar moeder Judith kijkt ze terug en vertelt ze eerlijk hoe het is om te leven met TOS. “Het is niet zo leuk om TOS te hebben. Maar ik ben trots op mezelf. Want ik ben een open en creatief meisje en het gaat steeds beter.”
Late prater
“Haar oudere broer begon veel vroeger met praten”, vertelt Judith. “Naomi begon anders, meer met kleine woordjes en gebaren en ze maakte geen zinnen. Anderen zeiden: ‘Ah joh, dat komt wel.’ Maar toen ze drie was trokken wij aan de bel bij het consultatiebureau en werden we doorgestuurd naar het audiologisch centrum van Kentalis. Daar ontdekten ze wat er speelt.”
Gezelligheid als valkuil
Door haar taalontwikkelingsstoornis vond Naomi het heel lang lastig om mee te doen aan een gesprek of om zelf iets te vertellen. Judith: “Ze lachte veel en zorgde zo voor veel gezelligheid, maar dat was ook haar valkuil, want ze lachte alles weg. Ze heeft een jaar op de vroegbehandelingsgroep De Taaltrein op Urk gezeten en dat hielp haar.”
Naar De Enkschool
Daarna ging Naomi naar Kentalis De Enkschool in Kampen. “Dat voelde als een warm bad voor haar en voor ons”, herinnert Judith zich. Naomi knikt. “Daar waren meer kinderen met TOS, dat was fijn.” Omdat Naomi ook achterloopt op andere gebieden, moest zij in groep vijf overstappen naar een andere school voor speciaal basisonderwijs. Judith: “Dat was wennen voor haar, want hier hebben niet alle kinderen TOS. Wel is het fijn dat deze school meer in de buurt is.” Naomi kreeg op deze school ook ambulante begeleiding vanuit Kentalis.
Een nieuwe school
Naomi kan zich nu goed redden op school en heeft het er meestal naar haar zin. Ook heeft ze steeds minder lastig van haar taalontwikkelingsstoornis. “Maar ik heb wel moeilijkheden met spelling nog. En soms zie ik een woord in mijn hoofd, maar kan ik het niet zeggen. Dan zeg ik soms: ‘Laat maar’. Maar dan helpt de juf wel en oefenen we ook wel in een klein groepje. Dat vind ik gewoon fijn.”
Moeite met drukte
De drukte van school vindt Naomi wel lastig. “Ik kan me vaak wel goed concentreren op school. Maar als het aardig druk is in de klas, kan ik mij niet goed concentreren op mijn eigen werk. Soms ga ik dan even naar de wc. Ik kan niet tegen drukte. Soms ga ik dan automatisch huilen. Dan ga ik hulp vragen en mag ik soms buiten de klas even rustig kleuren.”
Om hulp vragen
Judith is trots dat haar dochter zo goed om hulp kan vragen en het steeds beter kan aangeven als ze iets niet fijn vindt. “Dat doet ze steeds meer. Ze staat echt haar mannetje wel; daar mag ze trots op zijn. Dat stoere zit ook in haar. Toen ze klein was ging ze met de taxi naar Kampen en daar heeft ze nooit een traan om gelaten. Ik wel hoor. Ik reed er op de eerste dag achteraan. ‘Ja mam’, zei ze dan. ‘Ik ga weer. Doei!’ Ze kan zich ook heel mooi redden met volwassenen. Ze stapt zo op iemand af bijvoorbeeld.”
Trots
“Naomi is ook echt een meisje dat voor haar succes gaat”, vertelt Judith trots. “Als iets goed gaat, richten wij ons daar natuurlijk op, maar zij zelf ook. Ze bereikt daardoor veel.” Naomi: “Ik ben ook heel trots op mezelf. Ik vind dat het best wel goed gaat. Ik ben een heel open meisje en creatief meisje. Maar ik denk wel soms: Waarom lukt het niet om op dat woord te komen? Dat is niet zo leuk. En niet iedereen begrijpt gewoon wat TOS is. Soms denken ze dat het door mijn beugel komt. Soms zit ik gewoon met iemand te praten en dan weet ik het even niet en dan gaan ze automatisch doorpraten. Daarom speel ik op school ook graag met de kleinere kinderen, die vinden mij heel lief.”
Paardrijden voor een rustig hoofd
Als het Naomi wat teveel wordt, gaat ze graag naar buiten met haar hond Diesel. Of ze gaat paardrijden. Judith: “Als je haar dan op dat paard ziet zitten: zo zen en zo fier. Dan ben ik zo trots op haar. Ze heeft toch heel wat knauwen gehad – ze wordt gewoon niet altijd begrepen, vooral door andere kinderen die wat op haar voorlopen in hun ontwikkeling. En toch geniet ze en vindt ze de dingen waar ze goed in is.” Naomi: “Bij paardrijden gaan al mijn gevoelens eruit. Dan voelt mijn hoofd niet zo vol.”
Naar de middelbare
Later wil Naomi graag juf worden. “Haar opa heeft ook altijd lesgegeven”, vertelt Judith. “Misschien komt het daar vandaan. Misschien kan ze lesgeven in iets creatiefs, want dat is echt haar talent. Ze kan hele mooie dingen maken!” Maar Naomi gaat zich eerst richten op de middelbare school, waar ze na de zomer voor het eerst naartoe gaat. “Ik ga naar praktijkonderwijs. Daar heb ik veel zin in!” Judith: “Het gaat misschien niet altijd zo snel, maar Naomi komt er wel.”