"Ik heb mijn mbo-diploma gehaald, niveau drie. Ik ben nu verzorgende IG” zegt Dionne (20) stralend. “Maar ik ga doorleren hoor, ik wil verpleegkundige worden.” Dionne heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS), maar dat werd pas op haar zeventiende ontdekt. “Op de basisschool zeiden ze: je bent laag begaafd. Nou, ik heb deze opleiding met twee vingers in mijn neus gehaald”, grapt ze. “Nee, ik heb er voor moeten werken, maar ik ben echt niet dom. Ik weet dat ik veel meer kan.”
Dionne straalt zelfvertrouwen uit, maar dat is niet altijd zo geweest. “Ze dachten op de basisschool dat ik laag begaafd was, omdat ik vaker uitleg nodig had. Ik mocht niet eens naar groep acht, want ‘de cito-toets kan ze toch niet’, zeiden ze. Mijn moeder geloofde het niet en knokte voor mij, maar ik moest toch van school en naar het praktijkonderwijs. Ik had daar later veel woede van, want het paste niet bij mij."
Altijd onderschat
"Dat ze niet in mij geloofden, maakte me onzeker. Ik zei maar niets meer, omdat ik bang was dat anderen me dom vonden. ‘Ik weet het niet’, was mijn antwoord op elke vraag, terwijl ik het echt wel wist. Bij de praktijkschool vroegen ze: 'wat doe jij hier'? Er zit zo veel in jou. Ik mocht daar gelukkig mijn mbo-1 halen.” In die tijd werd ook ontdekt dat Dionne TOS heeft. “Een tante vertelde over TOS”, legt haar moeder uit. “Toen ik naar een filmpje over TOS keek, was het alsof ik Dionne zag. We konden meteen bij Kentalis terecht voor onderzoek."
Dionne was blij toen ze hoorde dat ze TOS heeft. “Maar ik moest ook huilen. Alles viel op z’n plaats. Ze zeiden ook dat ik een normaal IQ heb.” Haar moeder knikt. “Dionne was meestal stil aan de eettafel, maar die avond vertelde ze ineens een verhaal en maakte zelfs een grapje. ‘Ja, ik heb een normaal IQ hoor’, zei ze daarna trots. Dat wist ik al; ik vind haar super slim. Het is heftig dat ze zo onderschat is, dat heeft nog steeds invloed op haar zelfbeeld.”
Hulp op school
“Sinds ik weet dat ik TOS heb, krijg ik op school ambulante begeleiding van Kentalis. Mijn ambulant begeleider Jan gelooft in mij, ook als ik zeg dat ik iets niet kan. En dat zeg ik vaak, want dat is mij altijd verteld. Jan vroeg waar ik behoefte aan had en zorgde dat mijn leraren mij begrepen, heel fijn. Jan en mijn mentor en intern begeleider werkten ook goed samen en stonden overal voor open. Zonder hen had ik het niet gehaald.
Tijdens examens las iemand bijvoorbeeld de vragen voor, zodat ik de vraag niet negen keer hoefde te lezen. En de leerkracht gaf mij niet meer ineens de beurt – dan blokkeer ik namelijk. Jan kwam ook thuis, om aan mijn zusjes uit te leggen wat TOS is. Mijn zusjes begrepen mij niet goed en praatten soms zoveel, dat ik mijn oren dicht deed. ‘Laat maar’, dacht ik dan. En dan vonden zij mij ongezellig. Nu weten ze dat ze moeten wachten na een vraag, ik heb gewoon wat tijd nodig."
'Ik ben niet dom'
"Ik heb bij Kentalis ook hulp gekregen voor het onzekere. Dat is weggevallen, ik heb het vertrouwen in mezelf terug en weet dat ik niet dom ben. Maar ik denk soms wel: het had heel anders gekund. Misschien werkte ik dan al als verpleegkundige. Ik werk al wel in de thuiszorg en ze hebben mij daar een contract aangeboden. Bij mijn vorige werk in de ouderenzorg wilden ze mij ook graag houden. Dat voelt fijn. Maar het liefst wil ik doorleren. Het werken met mensen vind ik heel leuk. Aan het begin was het communiceren moeilijk door mijn TOS, maar ik groei. Nu stap ik zo bij mensen binnen en ik vraag door als het nodig is. Communiceren is het belangrijkste in mijn werk en dat vind ik juist zo leuk. Dat had ik nooit gedacht.”
Lees meer over passend onderwijs bij Kentalis en onze ambulante begeleiding voor kinderen en jongeren met TOS die op een reguliere basisschool of middelbare school zitten of een mbo-opleiding volgen.