Schoolklimaat

Pedagogisch klimaat

De schoolomgeving is zodanig ingericht dat leerlingen zich veilig voelen en ruimte ervaren voor persoonlijke ontwikkeling. Een positief zelfbeeld en een gevoel van eigenwaarde worden gestimuleerd.

Voor het pedagogisch klimaat op school vinden wij vier elementen van belang:
- fysieke omgeving
- gehanteerde visie/methodiek
- bejegening
- organisatie

Ten aanzien van de fysieke omgeving: bij het pedagogisch klimaat wordt in de klas rekening gehouden met (ontwikkelings-) leeftijd van de leerlingen, behoefte aan veiligheid en prikkelverwerking. Zo is bijvoorbeeld voorspelbaarheid voor leerlingen erg belangrijk en wordt bereikt door het bieden van structuur en regelmaat.

Ten aanzien van de gehanteerde visie/methodiek en de bejegening: we willen in ons pedagogisch handelen in het algemeen normen en waarden aanleren die voor iedereen gelden zoals: respect, rechtvaardigheid, eerlijkheid, gemeenschapszin, verantwoordelijkheidsbesef, solidariteit en tolerantie. Het team gaat bewust om met het feit dat zij in hun pedagogisch handelen een belangrijke voorbeeldfunctie hebben.

Bij het pedagogisch handelen binnen onze school wordt rekening gehouden met de gevolgen van een auditieve, communicatieve en/of visuele beperking. Deze gevolgen kunnen zich zowel op cognitief als op sociaal-emotioneel gebied uiten.

We vinden het van groot belang dat leerlingen zelfvertrouwen ontwikkelen. Zelfvertrouwen stelt leerlingen in staat om taken succesvol uit te voeren wat een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van een gemotiveerde leerhouding.

Ten aanzien van de organisatie: De ontwikkeling van de leerlingen staat centraal. Het onderwijs is in leerroutes en niveaus georganiseerd waardoor de leerlingen op een eigen niveau kunnen werken. Er wordt toegewerkt naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Daarbij krijgt de leerling de kans om, door middel van samenwerkend en ontdekkend leren, een actieve rol te spelen tijdens het leerproces in een uitdagende omgeving.

Actief burgerschap en sociale integratie

We willen onze leerlingen actief leren deelnemen aan de samenleving. Daar zijn basisvaardigheden burgerschap voor nodig. Basisvaardigheden burgerschap zijn sociale en maatschappelijke vaardigheden. De school is een oefenplaats waar leerlingen ontdekken dat samenleven zich op allerlei niveaus en allerlei gemeenschappen afspeelt: fysiek en digitaal, lokaal, nationaal en mondiaal. Het gaat om het oefenen van houding en vaardigheden met betrekking tot democratie, deelname aan de maatschappij en identiteit. Het is ons doel om leerlingen de kans te geven zich te ontwikkelen tot aardige en waardige burgers (zie voor meer informatie de algemene schoolgids). 

Sociale integratie wil zeggen dat burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) deelnemen aan de samenleving en bekend zijn met en betrokken bij de specifieke kenmerken van de Nederlandse cultuur.

Burgerschap en sociale integratie passen bij het doel van Kentalis om leerlingen de kans te geven zich te ontwikkelen tot aardige en waardige burgers (zie algemene schoolgids)

Uitgangspunt van onze school is dat wij onze leerlingen zo optimaal mogelijk willen voorbereiden en begeleiden op een samenleving waarin diversiteit als positief wordt ervaren. Actief burgerschap en sociale integratie zijn zichtbaar binnen de diverse vakgebieden en in ons aanbod in de CIDS-lessen.

Leerstof met betrekking tot de volgende thema’s in het kader van de vorming van actief burgerschap en sociale integratie, zijn ondergebracht in het leerstofaanbod:

  • sociale vaardigheden, beleefdheid en omgangsregels;
  • basiswaarden: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, begrip voor anderen, verdraagzaamheid, autonomie;
  • afwijzen van onverdraagzaamheid en het afwijzen van discriminatie;
  • relaties en seksualiteit, waaronder omgaan met verschillende vormen van seksualiteit; 
  • groeien in zelfstandigheid;
  • communicatieve redzaamheid;
  • levensbeschouwing en identiteit;
  • verschillende culturen;
  • kennis van de maatschappij en de democratie;
  • veiligheid: gedragscodes, school- en groepsregels, schoolcultuur;
  • ouderbetrokkenheid.

De Zwanenbloem DSH

 ThemaLeerlijnMethoden/methodieken/middelenToetsing/evaluatie
1Sociale vaardigheden, 
beleefdheid en omgangsregels, 
basiswaarden
 PAD-methode
klassenregels
WMK sociale monitoring
SCOL
Veiligheidsthermometer
observatie
leergesprekken n.a.v. situaties die zich voordoen
2Omgaan met relaties en seksualiteit Kriebels in je buik
Lentekriebels
observatie
leergesprekken n.a.v. situaties die zich voordoen
3Groeien en zelfstandigheidLeren lerenleerroutekaart met uitgewerkte doelen per leerjaar, picto's en aanpak
schoolreis
schoolkamp groep (7) 8
voorbereiden en uitvoeren eindfeest groep 8
observatielijsten leren leren 
observaties
4Communicatieve redzaamheid NMG/NGT
Logo 3000
spreekbeurt/boekbespreking/presentaties
n.v.t.
5Levensbeschouwing / identiteit christelijke feestdagen
Trefwoord
n.v.t.
6Verschillende culturen

wereldoriëntatie

Cultuur en techniek

Wereldzaken
kinderboekenweek
cultuureducatie
burgerschap

CIDS-lessen

n.v.t.
7Ouderbetrokkenheid  Startgesprekken met ouders en leerling bij aanvang van het schooljaar. 
Delen van groeps- en schoolinformatie via Social Schools
(Thematische) ouderavonden 
Inhoudelijke ouderavonden
LMR
OOGO en OPP gesprekken
Voortgangs- en rapportgesprekken
Kijkochtenden
Werkgroep ouderbetrokkenheid
 
8Kennis van de maatschappij / democratiewereldoriëntatie

Nieuwsbegrip
Jeugdjournaal
Koningsdag
NME (natuur en milieu educatie)
Projecten / uitstapjes
Cultuureducatie in en buiten de school
4/5 mei viering
Leerlingenraad 

CIDS-lessen

 
9Veiligheid, gedragscodes, school en leefregels, schoolcultuur School en klassenregels met de klas bespreken en zichtbaar maken
Leerlijn Mediawijsheid Delta de Draak 
 

De leerlingenraad

Op De Zwanenbloem DSH willen we graag weten wat er speelt en leeft onder de leerlingen. De mening van de leerlingen doet er toe! Ze worden betrokken bij het reilen en zeilen van de school. Daarom is er een leerlingenraad. In de leerlingenraad nemen ook leerlingen deel van De Zwanenbloem TOS. De leden van de leerlingenraad bespreken verschillende onderwerpen zoals verbeteringen in en om de school en onderwerpen die leerlingen zelf van belang vinden. Ieder schooljaar wordt op onze school een leerlingenraad gekozen. Van beide scholen nemen uit groep 5 t/m 8 twee leerlingen zitting in de leerlingenraad. De leerlingen worden voor 1 jaar gekozen door hun klasgenoten. Zes keer per jaar wordt een bijeenkomst gehouden in het bijzijn van twee leerkrachten die het overleg begeleiden. De directeuren van beide scholen zijn ook aanwezig bij de bijeenkomst. De agenda wordt opgesteld met agendapunten die door de leerlingen zelf worden ingebracht via o.a een ideeënbus. De leerlingen kunnen over uiteenlopende onderwerpen overleggen en eventuele vragen voorleggen aan de directie. Een leerling mag maximaal 2 x gekozen worden voor de leerlingenraad.

Veiligheid

De Zwanenbloem DSH streeft ernaar om een gezonde en veilige school te zijn, waar een prettig werk- en leerklimaat heerst voor medewerkers en leerlingen. Een school zonder geweld, pesten en intimidatie, waar de fysieke veiligheid gewaarborgd is.  

Alle beleidsdocumenten en protocollen die hieraan bijdragen zijn gebundeld in het Schoolveiligheidsplan. Deze documenten en protocollen zijn landelijk en lokaal vastgesteld. Waar van toepassing volgens de Wet op Medezeggenschap Scholen (WMS) is de medezeggenschap (MR of LMR) hier in meegenomen. 

Jaarlijks meten wij de veiligheid bij de leerlingen door de lijst Monitor Sociale Veiligheid af te nemen. Hierin kunnen zij de mate van welbevinden en veiligheid aangeven. Deze lijst wordt geanalyseerd en besproken in groeps- en leerlingbesprekingen. Wanneer nodig worden acties ter verbetering uitgezet.

Het schoolveiligheidsplan is op te vragen bij de directeur. 
Zie ook de algemene schoolgids, hoofdstuk Veiligheid.   

Internet gebruik en omgaan met digitale informatie- en communicatiemiddelen

In de algemene schoolgids van Kentalis beschrijft Kentalis hoe we omgaan met het veilig gebruik van internet. Zie het hoofdstuk 'Mediawijsheid: Veilig internetten'. 

Op onze school streven we ernaar om technologie effectief te integreren in het onderwijsproces. IPads en laptops zijn essentiële hulpmiddelen die het leerproces kunnen verrijken en verdiepen. Door het gebruik van deze devices bereiden we leerlingen voor op de digitale wereld en brengen we hen de vaardigheden bij die nodig zijn in het dagelijks leven en de toekomst. 

De iPads en laptops worden alleen ingezet voor educatieve doeleinden onder toezicht van de leerkracht. De devices kunnen worden ingezet bij diverse lessen, zoals rekenen, taal en lezen. Tevens kunnen devices worden ingezet als handige tool bij de zaakvakken. Daarbij valt te denken aan het ontwikkelen van opzoekvaardigheden tijdens het behandelen van uiteenlopende onderwerpen. Het houdt niet in dat alle verwerking of informatieverstrekking wordt gedaan op de devices, wij zien namelijk ook het belang van de schriftelijke verwerking en het gebruik van informatieve boeken. 

Het leren omgaan met devices en gebruik leren maken van het internet en digitale media, biedt onze leerlingen kansen om nieuwe informatie op te doen en hier kritisch naar te leren kijken. De leerlingen ontwikkelen zo inzicht in de digitale wereld en leren planmatig te denken. Onze leerlingen hebben houvast aan de visuele ondersteuning die de digitale devices bieden. 

Door de technologie verantwoord en effectief te integreren, zorgen we ervoor dat onze leerlingen klaar zijn voor de uitdagingen en kansen van de 21e-eeuw.


In schooljaar 2024-2025 introduceren en visualiseren wij vanaf groep 6 onderstaande afspraken over omgangsvormen en regels ten aanzien van internetgebruik op school:

Mediaprotocol

De Zwanenbloem DSH gebruikt voor ICT en mediawijsheid de methode 'Delta de Draak'. Thema’s die in deze methode aan bod komen zijn: 

  • ICT-basisvaardigheden;
  • computational Thinking;
  • mediawijsheid; 
  • informatievaardigheden.

ICT-basisvaardigheden: Bediening en begrip van computers en software 

Wat is een computer eigenlijk? Dat is nog helemaal niet zo’n makkelijke vraag om te beantwoorden. En zeker kinderen die gewend zijn om met een tablet te werken, weten maar weinig van computers. Het thema 'ICT- basisvaardigheden' leert basale inzichten over hardware, besturingssystemen en applicaties. Maar natuurlijk ook de bediening van een PC of laptop en het werken in de cloud. Tekstverwerken in Microsoft Word en Google Documenten maakt ook deel uit van de ICT-basisvaardigheden. Net als Microsoft PowerPoint en Google Presentaties. 

Computational Thinking: Digitale basisinzichten 

De digitale wereld is op een totaal andere manier tot stand gekomen dan de werkelijke wereld. Er gelden andere wetten, regels en structuren. Inzicht in deze basisprincipes helpen bij zowel het bedienen van een computer als het programmeren van software. Maar ook om alledaagse problemen te bekijken vanuit een digitaal perspectief. Met 'computational thinking' leren leerlingen om te denken met de logica van een computer. Vanaf groep 1 leren de leerlingen al om te gaan met computational thinking. Met spelletjes met de Bee-Bot leren leerlingen spelenderwijs om volgordelijk te denken. En net als in de hogere groepen heb je voor computational thinking helemaal geen computer nodig. Leerlingen leren de logica die ze bij de andere thema’s in de praktijk brengen. Bijvoorbeeld over processen, netwerken, voorwaarden en algoritmes. 

Mediawijsheid: Veilig, verstandig en zelfbewust 

Media zijn voor veel kinderen zo vanzelfsprekend dat veel vragen niet eens meer gesteld worden. Zo zijn er veel leerlingen die het internet gebruiken, maar eigenlijk geen idee hebben wat het internet eigenlijk is. On- en offline media worden met Delta de Draak stap voor stap verkend, zodat leerlingen veilig, verstandig en bewust leren omgaan met media. Met spelletjes en opdrachten maken de leerlingen vanaf de onderbouw  al kennis met veel verschillende media. Hoe zien ze eruit, hoe herken je ze en hoe heten ze? Wat is reclame eigenlijk en hoe ziet het eruit? Waarom kun je de TV niet altijd doorspoelen en Netflix wel? Waarom mag ik niet op Youtube … en mijn buurjongen wel? Een foto aan iemand geven of sturen is nogal een verschil. Maar hoe werkt het Internet en sociale media dan? Wie zit er aan welke knoppen en is alles wat Google zegt ook waar? Chatten, snappen, appen, vloggen en bloggen.
Wat kun je allemaal op sociale media zetten en wat niet? Hoe gaan we met elkaar om? Wat doe je als je gepest wordt? En zorg je wel voor je eigen veiligheid en privacy?

Informatievaardigheden: Vragen en antwoorden 

Vanaf groep 1 wordt begonnen met het stellen van vragen en verzamelen van informatie. Vanaf de middenbouw gaan we met projecten aan de slag en betrekken we het internet erbij. Van het gericht zoeken tot en met het filteren van informatie en presenteren van antwoorden. In de bovenbouw gaan we de grijze gebieden verkennen en komt er meer context en kritisch lezen om de hoek kijken. Met leuke projecten leren de kinderen niet alleen gericht zoeken maar ook betekenis te geven aan al die informatie.

Gedragsregels

Op onze school hanteren we gedragsregels die aan het begin van elk schooljaar expliciet worden besproken en geoefend. Aan deze vijf gedragsregels, die dagelijks worden nageleefd, wordt veel gewenst gedrag gekoppeld. 

Deze regels hangen zichtbaar in de gang van het schoolgebouw. Naast de schoolbrede regels, maakt elke klas ook zijn eigen klassenregels. De regels zijn zichtbaar in de klas en/of de klassenmap 

 Wij helpen elkaar.

 

Wij helpen elkaar.

 

 

 

 

 

 

 

Wij lossen problemen op.

 

 

 

 

 

 

 

Wij luisteren naar elkaar. 

 

 

 

 

 

 

 

Wij zorgen voor de school. 

 

 

 

 

 

 

 

Wij zijn aardig voor elkaar.

 

 

 

 

 

Op De Zwanenbloem DSH zetten we vooral in op een preventieve aanpak van ongewenst gedrag. In het protocol 'vrijheids- en/of fysiek beperkend handelen', onderdeel van het Veiligheidsplan, staat beschreven hoe de leerkracht omgaat met (on)gewenst gedrag en escalerend ongewenst gedrag. Van ongewenst gedrag wordt altijd een incidentmelding gemaakt. Daarin wordt de aard van het incident, de mate van het risico (op herhaling) en de aanpak uitgewerkt. De directeur wordt van elke melding op de hoogte gebracht. Aan het eind van het schooljaar wordt door de directeur en gedragsdeskundige een analyse gemaakt van alle incidentmeldingen. Deze analyse wordt besproken in de CvL. Zo nodig worden verbeteringen ingezet om het risico op (herhaling van) incidenten in de toekomst te verkleinen.