Pedagogisch klimaat

Het schoolklimaat op onze school is gericht op een veilige ontwikkeling. De schoolomgeving is zodanig ingericht dat leerlingen zich veilig voelen en ruimte ervaren voor persoonlijke ontwikkeling. Een positief zelfbeeld en een gevoel van eigenwaarde worden gestimuleerd.
Het schoolteam vindt het belangrijk dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en medewerkers. Dit wordt gedaan door het stellen van duidelijke school- en klassenregels die zichtbaar in de gang en lokalen hangen. In de klas wordt rekening gehouden met de (ontwikkelings)leeftijd van de leerlingen, behoefte aan veiligheid en prikkelverwerking. Dit wordt gedaan door te werken met visuele ondersteuning, terugkerende routines en waar nodig inzet van (sensorische) hulpmiddelen.
Kwalificatie (vaardig), socialisatie (aardig) en persoonsvorming (waardig) van de leerling staan in ons pedagogisch-didactisch klimaat centraal. Om het pedagogisch- didactisch klimaat te stimuleren wordt onder andere gewerkt met EDI, PAD en CIDS. Met deze methodieken wordt ernaar gestreefd een positief groepsklimaat neer te zetten en betrokkenheid van de leerlingen te vergroten.
Bij het pedagogisch handelen binnen onze school wordt rekening gehouden met de gevolgen van een auditieve, communicatieve en/of visuele beperking. Taal en communicatie lopen als een rode draad door het onderwijsprogramma. Communiceren en je daarmee kunnen verbinden met de ander, ervaringen delen, je mening geven, emoties uiten, lezen en schrijven vragen extra aandacht. Er wordt tweetalig onderwijs geboden: NmG en NGT. Daarnaast zijn er dove en slechthorende teamleden die door leerlingen als rolmodel kunnen worden gezien.
Onze school heeft voor de leerlingen een interne vertrouwenspersoon. De leerlingen kennen deze persoon; haar foto hangt in de hal van de school. Twee keer per jaar brengt de interne vertrouwenspersoon een bezoek aan elke groep, waarin wordt uitgelegd waarvoor je bij die persoon terecht kunt. In de hal van de school hangt een brievenbus, waarin leerlingen (anoniem) zaken kunnen aangeven.
De school hanteert een anti-pestprotocol.
Speciale aandacht is er voor het onderwerp relaties, identiteit en seksualiteit (RIS). Onze leerlingen zijn kwetsbaar; het vergroten van hun kennis en weerbaarheid op deze gebieden is van belang. Er is een aandachtsfunctionaris RIS op school aanwezig.
Veiligheid
De Zwanenbloem DSH streeft ernaar om een gezonde en veilige school te zijn, waar een prettig werk- en leerklimaat heerst voor medewerkers en leerlingen. Een school zonder geweld, pesten en intimidatie, waar de fysieke veiligheid gewaarborgd is.
Alle beleidsdocumenten en protocollen die hieraan bijdragen zijn gebundeld in het Schoolveiligheidsplan. Deze documenten en protocollen zijn landelijk en lokaal vastgesteld. Waar van toepassing volgens de Wet op Medezeggenschap Scholen (WMS) is de medezeggenschap (MR of LMR) hier in meegenomen.
Jaarlijks meten wij de veiligheid bij de leerlingen door de lijst Monitor Sociale Veiligheid af te nemen. Hierin kunnen zij de mate van welbevinden en veiligheid aangeven. Deze lijst wordt geanalyseerd en besproken in groeps- en leerlingbesprekingen. Wanneer nodig worden acties ter verbetering uitgezet.
Het schoolveiligheidsplan is op te vragen bij de directeur.
Zie ook de algemene schoolgids, hoofdstuk Veiligheid.
Internet gebruik en omgaan met digitale informatie- en communicatiemiddelen
In de algemene schoolgids van Kentalis beschrijft Kentalis hoe we omgaan met het veilig gebruik van internet. Zie het hoofdstuk 'Mediawijsheid: Veilig internetten'.
Op onze school streven we ernaar om technologie effectief te integreren in het onderwijsproces. IPads en laptops zijn essentiële hulpmiddelen die het leerproces kunnen verrijken en verdiepen. Door het gebruik van deze devices bereiden we leerlingen voor op de digitale wereld en brengen we hen de vaardigheden bij die nodig zijn in het dagelijks leven en de toekomst.
De iPads en laptops worden alleen ingezet voor educatieve doeleinden onder toezicht van de leerkracht. De devices kunnen worden ingezet bij diverse lessen, zoals rekenen, taal en lezen. Tevens kunnen devices worden ingezet als handige tool bij de zaakvakken. Daarbij valt te denken aan het ontwikkelen van opzoekvaardigheden tijdens het behandelen van uiteenlopende onderwerpen. Het houdt niet in dat alle verwerking of informatieverstrekking wordt gedaan op de devices, wij zien namelijk ook het belang van de schriftelijke verwerking en het gebruik van informatieve boeken.
Het leren omgaan met devices en gebruik leren maken van het internet en digitale media, biedt onze leerlingen kansen om nieuwe informatie op te doen en hier kritisch naar te leren kijken. De leerlingen ontwikkelen zo inzicht in de digitale wereld en leren planmatig te denken. Onze leerlingen hebben houvast aan de visuele ondersteuning die de digitale devices bieden.
Door de technologie verantwoord en effectief te integreren, zorgen we ervoor dat onze leerlingen klaar zijn voor de uitdagingen en kansen van de 21e-eeuw.
In schooljaar 2024-2025 introduceren en visualiseren wij vanaf groep 6 onderstaande afspraken over omgangsvormen en regels ten aanzien van internetgebruik op school:
De Zwanenbloem DSH gebruikt voor ICT en mediawijsheid de methode 'Delta de Draak'. Thema’s die in deze methode aan bod komen zijn:
- ICT-basisvaardigheden;
- computational Thinking;
- mediawijsheid;
- informatievaardigheden.
ICT-basisvaardigheden: Bediening en begrip van computers en software
Wat is een computer eigenlijk? Dat is nog helemaal niet zo’n makkelijke vraag om te beantwoorden. En zeker kinderen die gewend zijn om met een tablet te werken, weten maar weinig van computers. Het thema 'ICT- basisvaardigheden' leert basale inzichten over hardware, besturingssystemen en applicaties. Maar natuurlijk ook de bediening van een PC of laptop en het werken in de cloud. Tekstverwerken in Microsoft Word en Google Documenten maakt ook deel uit van de ICT-basisvaardigheden. Net als Microsoft PowerPoint en Google Presentaties.
Computational Thinking: Digitale basisinzichten
De digitale wereld is op een totaal andere manier tot stand gekomen dan de werkelijke wereld. Er gelden andere wetten, regels en structuren. Inzicht in deze basisprincipes helpen bij zowel het bedienen van een computer als het programmeren van software. Maar ook om alledaagse problemen te bekijken vanuit een digitaal perspectief. Met 'computational thinking' leren leerlingen om te denken met de logica van een computer. Vanaf groep 1 leren de leerlingen al om te gaan met computational thinking. Met spelletjes met de Bee-Bot leren leerlingen spelenderwijs om volgordelijk te denken. En net als in de hogere groepen heb je voor computational thinking helemaal geen computer nodig. Leerlingen leren de logica die ze bij de andere thema’s in de praktijk brengen. Bijvoorbeeld over processen, netwerken, voorwaarden en algoritmes.
Mediawijsheid: Veilig, verstandig en zelfbewust
Media zijn voor veel kinderen zo vanzelfsprekend dat veel vragen niet eens meer gesteld worden. Zo zijn er veel leerlingen die het internet gebruiken, maar eigenlijk geen idee hebben wat het internet eigenlijk is. On- en offline media worden met Delta de Draak stap voor stap verkend, zodat leerlingen veilig, verstandig en bewust leren omgaan met media. Met spelletjes en opdrachten maken de leerlingen vanaf de onderbouw al kennis met veel verschillende media. Hoe zien ze eruit, hoe herken je ze en hoe heten ze? Wat is reclame eigenlijk en hoe ziet het eruit? Waarom kun je de TV niet altijd doorspoelen en Netflix wel? Waarom mag ik niet op Youtube … en mijn buurjongen wel? Een foto aan iemand geven of sturen is nogal een verschil. Maar hoe werkt het Internet en sociale media dan? Wie zit er aan welke knoppen en is alles wat Google zegt ook waar? Chatten, snappen, appen, vloggen en bloggen.
Wat kun je allemaal op sociale media zetten en wat niet? Hoe gaan we met elkaar om? Wat doe je als je gepest wordt? En zorg je wel voor je eigen veiligheid en privacy?
Informatievaardigheden: Vragen en antwoorden
Vanaf groep 1 wordt begonnen met het stellen van vragen en verzamelen van informatie. Vanaf de middenbouw gaan we met projecten aan de slag en betrekken we het internet erbij. Van het gericht zoeken tot en met het filteren van informatie en presenteren van antwoorden. In de bovenbouw gaan we de grijze gebieden verkennen en komt er meer context en kritisch lezen om de hoek kijken. Met leuke projecten leren de kinderen niet alleen gericht zoeken maar ook betekenis te geven aan al die informatie.
Gedragsregels
Op onze school hanteren we gedragsregels die aan het begin van elk schooljaar expliciet worden besproken en geoefend. Aan deze vijf gedragsregels, die dagelijks worden nageleefd, wordt veel gewenst gedrag gekoppeld.
Deze regels hangen zichtbaar in de gang van het schoolgebouw. Naast de schoolbrede regels, maakt elke klas ook zijn eigen klassenregels. De regels zijn zichtbaar in de klas en/of de klassenmap

Wij helpen elkaar.

Wij lossen problemen op.

Wij luisteren naar elkaar.

Wij zorgen voor de school.

Wij zijn aardig voor elkaar.
Op De Zwanenbloem DSH zetten we vooral in op een preventieve aanpak van ongewenst gedrag. In het protocol 'vrijheids- en/of fysiek beperkend handelen', onderdeel van het Veiligheidsplan, staat beschreven hoe de leerkracht omgaat met (on)gewenst gedrag en escalerend ongewenst gedrag. Van ongewenst gedrag wordt altijd een incidentmelding gemaakt. Daarin wordt de aard van het incident, de mate van het risico (op herhaling) en de aanpak uitgewerkt. De directeur wordt van elke melding op de hoogte gebracht. Aan het eind van het schooljaar wordt door de directeur en gedragsdeskundige een analyse gemaakt van alle incidentmeldingen. Deze analyse wordt besproken in de CvL. Zo nodig worden verbeteringen ingezet om het risico op (herhaling van) incidenten in de toekomst te verkleinen.