Zorg voor de leerlingen

Uw kind wordt in de groep begeleid door de leerkracht, logopedist en onderwijsassistent/leerkrachtondersteuner. Ook is er een intern begeleider en een gedragsdeskundige betrokken bij uw kind. Samen met de leerkracht en logopedist volgen zij de ontwikkeling van uw kind. Uw kind volgt in eerste instantie het onderwijs volgens ons reguliere aanbod en werkwijze. Dit aanbod en de werkwijze is afgestemd op onze doelgroep. Mocht uw kind onvoldoende tot ontwikkeling komen met dit aanbod zal de leerkracht, in overleg met de Commissie voor Leerlingenzorg, extra zorg en ondersteuning inzetten, passend bij de onderwijsbehoefte van uw kind. Zie voor meer informatie de algemene schoolgids.

Ontwikkelingsperspectief plan (OPP)

In het speciaal onderwijs wordt voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief plan (OPP) opgesteld. Het OPP wordt opgesteld binnen zes weken na inschrijving. In het OPP staan het verwachte uitstroomniveau, de onderwijsdoelen, de onderwijsbehoeften van een leerling en wat nodig is om de doelen te bereiken. Het ontwikkelingsperspectief plan wordt twee keer per jaar geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Tijdens de oudergesprekken wordt de inhoud van het OPP en de evaluatie ervan besproken. Wijzigingen aanbrengen in het uitstroomniveau gebeurt altijd in overleg met ouders.

Commissie voor Leerlingenzorg (CvL)

De Commissie voor Leerlingenzorg bestaat uit een leerkracht, de gedragsdeskundige, de intern begeleider, een logopedist en de directeur. Regelmatig sluit ook de schoolmaatschappelijk werker aan en is er contact met de jeugdarts. De leerlingenzorg is één van de belangrijkste taken van de commissie. De CvL volgt de ontwikkeling van de leerling en stelt vast wat de meest optimale begeleiding is. Om de week zijn er CvL overleggen waarin leerkrachten de zorg omtrent een leerling kan inbrengen. In de groepsbespreking, waarin ook twee leden van de CvL aanwezig zijn, wordt het OPP van de leerling jaarlijks besproken en geëvalueerd. De commissie adviseert over terug- en overplaatsing van leerlingen naar een andere vorm van onderwijs. Bij het bespreken van een leerling zijn de leerkracht en de logopedist van die leerling altijd aanwezig. Ook proberen we hier ouders zoveel mogelijk bij aan te laten sluiten. De evaluatie wordt besproken tijdens het oudergesprek. Meer informatie over de leerlingenzorg kunt u lezen in de algemene Kentalis Schoolgids. 

Leerlingenvolgsysteem

Wij volgen de ontwikkeling van onze leerlingen aan de hand van observaties in de klas, methodegebonden toetsen (die bij de gebruikte lesmethode/lesboeken horen) en methodeonafhankelijke toetsen (bijvoorbeeld CITO en SCOL). Daarnaast worden de leerlingen logopedisch getest. Met de observatie en toetsen kunnen we zien wat de leerling heeft geleerd. De CvL bekijkt jaarlijks of de toetsuitslagen in lijn zijn met het vastgestelde OPP en stelt samen met de leerkracht en logopedist op grond hiervan actiepunten op. Op uw verzoek geven we u inzage in het dossier van uw kind. Tijdens de schoolloopbaan kan het meerwaarde hebben om uw kind aan te melden voor extra onderzoek of ondersteuning. Hierover gaan we altijd met u in gesprek. Soms is dit ook nodig voor het opnieuw aanvragen van een arrangement. Het kan gaan om bijvoorbeeld een psychologisch onderzoek.

De Verwijsindex

Soms heeft een kind, een jongere of een gezin extra hulp nodig. Er zijn dan misschien meerdere professionals die hulp bieden. Zij willen allemaal het beste voor het kind of de jongere. Daarom is het belangrijk dat alle organisaties die met deze kinderen en jongeren werken elkaar goed kennen en samenwerken. Voor die samenwerking is elke gemeente in Nederland verplicht om aangesloten te zijn bij de Verwijsindex. Dit is een digitaal systeem waarin professionals uit o.a. onderwijs, jeugdzorg en gezondheidszorg met elkaar in contact kunnen komen. In de algemene schoolgids staat beschreven hoe dit in zijn werk gaat. In deze schoolgids leggen we uit hoe dit werkt bij ons op school.

Hoe werkt de verwijsindex op onze school?

Wanneer er extra hulpverlening voor een leerling nodig is, heeft de leerkracht dit met u besproken en wordt de hulpvraag vervolgens ingebracht in de Commissie voor Leerlingenzorg (CvL). Tijdens dit overleg bespreken de commissieleden welke vorm van hulpverlening er past bij de hulpvraag en wordt er besproken of het wenselijk is om een signaal via de verwijsindex achter te laten. Het doel daarvan is altijd samenwerking en afstemming met andere professionals die betrokken zijn bij de leerling. Aansluitend op het CVL-overleg wordt u als ouder(s)/verzorger(s) door de leerkracht geïnformeerd over het resultaat van de bespreking.

Ondersteuning vanuit zorginstanties

Sommige leerlingen hebben naast het onderwijs bij Kentalis DoetinTaal ook nog ondersteuning vanuit zorg nodig. Bij Kentalis DoetinTaal wordt er met verschillende interne en externe zorginstanties samengewerkt. Bij deze samenwerking is het zeer wenselijk dat we elkaar kunnen informeren over de doelen die gesteld worden en de voortgang van uw kind. Ouder(s)/verzorger(s) zijn hiervoor verantwoordelijk. Ouder(s)/verzorger(s) geven de zorginstantie toestemming om informatie te delen of ouder(s)/verzorger(s) zorgen zelf voor het delen van de verslagen met school. Als het ten goede komt aan onderwijsdoelen, kan het zijn dat er zorg verleend wordt in onderwijstijd (na afstemming met de school). Dit kan alleen plaatsvinden wanneer de doelen en de voortgang gedeeld worden met school, dit met het oog op de verantwoording van de onderwijstijd aan de inspectie. Ouder(s)/verzorger(s) zijn hier verantwoordelijk voor.

Sommige leerlingen hebben tijdens onderwijs medische zorg nodig, bijvoorbeeld het toedienen van medicatie. Als leerlingen medicatie op school toegediend moeten krijgen, doen we dat volgens het protocol Voorbehouden Medische Handelingen. Belangrijk daarin is dat ouders/verzorgers hier schriftelijk toestemming voor geven. Er zijn ook leerlingen met een specifiek medisch protocol (bijvoorbeeld bij epilepsie). De ouders/verzorgers zorgen er met hun arts voor dat dit protocol met de benodigde instructie op school aanwezig is. Zij vragen de school schriftelijk om hun kind deze specifieke medische zorg op school te mogen verlenen. Leerlingen kunnen tijdens onderwijstijd (hulp bij) medische zorg (anders dan onderwijs) nodig hebben. Als uw kind meer zorg nodig heeft, spreken we van 'bovengemiddelde zorg'. Ouders/verzorgers regelen deze 'bovengemiddelde zorg' zelf en informeren school over hoe zij deze extra zorg hebben geregeld. Wij zorgen er op school altijd voor dat medicatie buiten het bereik van de leerlingen ligt in een afgesloten medicijnkastje.

Voor het verlenen van eerste hulp of voor de aansturing tijdens noodsituaties zijn er dagelijks BHV’ers (bedrijfshulpverleners) in het gebouw aanwezig.

Vanuit de GGD is Esther Koers als jeugdarts aan onze school verbonden. De jeugdarts onderzoekt elke nieuwe leerling, elke leerling die in het schooljaar acht jaar wordt en elke leerling die in het schooljaar elf jaar wordt. De jeugdarts neemt deel aan de Commissie voor Leerlingenzorg wanneer er extra zorgvragen zijn. Ze is een externe deelnemer (niet werkzaam bij Kentalis) en heeft een eigen beroepsgeheimhouding. Naar aanleiding van de besprekingen kan het voorkomen dat de jeugdarts u en uw kind extra uitnodigt voor een onderzoek.