Schoolklimaat

Pedagogisch klimaat

De schoolomgeving is zodanig ingericht dat leerlingen zich veilig voelen en ruimte ervaren voor persoonlijke ontwikkeling. Belangrijk voor jongeren om zich te ontwikkelen is 1) een gevoel van competentie, 2) een gevoel van autonomie en 3) het gevoel ergens bij te horen (relaties). Ons pedagogisch beleid is daarom gericht op deze 3 pijlers.

Wij werken met verschillende methodieken binnen het KCZ. Deze zijn preventief in het basisaanbod opgenomen, worden deels preventief en curatief ingezet of worden als interventie ingezet op zorgniveaus 1 en 2. 

Kanjertraining
Kanjertraining gaat over het bevorderen van sociale vaardigheden en het verstevigen van een positieve groepsdynamiek. Vertrouwen is de basis voor het creëren van rust in de klas. Hierdoor komen leerlingen (weer) toe aan leren. Hoewel deze methodiek niet speciaal is aangepast op de cluster 2 doelgroep, is deze door het gebruik van kleuren, dieren en petten heel visueel. Dit sluit goed aan bij de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. De Kanjertraining bestaat uit een serie lessen met bijbehorende oefeningen om de sfeer in de klas goed te houden (preventief) of te verbeteren (curatief). Binnen de methodiek is veel aandacht voor de gouden en zilveren weken. Dit zijn de weken na de zomer- en kerstvakantie, waarin een groepsdynamiek zich weer opnieuw moet vormen. Leerlingen formuleren gezamenlijk klassenregels die voor hen belangrijk zijn om tot leren te komen, en hebben daarmee ook een gedeelde verantwoordelijkheid om deze regels te volgen. Daarnaast maakt de methode gebruik van eenduidige taal voor wenselijk en niet wenselijk gedrag, zonder dat hier direct een oordeel aan hangt. Er wordt veel geoefend met toneel, er zijn verhalen beschikbaar en er worden veel vertrouwens- en kennismakingsoefeningen gebruikt. 
De Kanjertraining is opgenomen in de database voor effectieve jeugdinterventies.van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) als effectief volgens sterke aanwijzingen.


Mijn SOVA, Mijn WEVA van AHHA en IKAN 
Naast het rekenen, taal en lezen worden de sociale vaardigheden en werknemersvaardigheden binnen het VSO steeds belangrijker. Deze vaardigheden bepalen of de leerling zichzelf kan redden op de toekomstige werkplek. Daarom krijgen onze leerlingen wekelijks lessen 'leren-leren' en 'leren in sociale situaties'. Dit doen wij middels de methodieken Mijn SOVA en Mijn WEVA van AHHA). Daarnaast nemen wij een vragenlijst IKAN (ik en de ander) af, waarin we de meest belangrijke sociale-, emotionele- en werknemersvaardigheden uitvragen bij zowel de leerling zelf, als de leerkracht. Hier worden gezamenlijk met de leerling één of twee doelen uit geformuleerd. De leerling heeft hier ook een stem in.

Sociaal-competentiemodel (SCM)
Om een ontwikkelingstaak te kunnen volbrengen, moet je beschikken over vaardigheden. Bijvoorbeeld: om vrienden te kunnen maken moet je beschikken over een set aan sociale vaardigheden. Wanneer kinderen en jongeren deze ontwikkelingstaken goed volbrengen, hebben zij een grote kans om later in hun leven evenwichtig te zijn. Het sociaal-competentiemodel gaat er vanuit dat er bij ongewenst gedrag veelal sprake is van een tekort aan vaardigheden. Uitgangspunt is dat kinderen en jongeren zich goed willen gedragen. Het gaat doorgaans om 'niet kunnen', in plaats van 'niet willen'. 
Met het SCM worden leerlingen geholpen met het aanleren van vaardigheden, die zij nog missen. Dit gebeurt door positief gedrag te bekrachtigen (met of zonder beloningssysteem) en negatief gedrag waar mogelijk te negeren. Vervolgens wordt de leerlingen een alternatief geboden voor het negatieve gedrag. Hierover wordt gepraat met de leerling. Samen worden doelen opgesteld om aan te werken. De leerling heeft hierin zelf regie. We geven niet alleen complimenten, maar ook positieve feedback. We benoemen hiermee het gewenste gedrag en koppelen dit aan wat het voor de leerling oplevert. Bijvoorbeeld: 'Fijn dat je me aankijkt. Nu kan ik jou deze som uitleggen, en begrijp je goed wat je dadelijk moet doen'. 

Traumasensitief lesgeven
Traumasensitief lesgeven (TSL) is een proces waarbij alle medewerkers van een school tegemoetkomen aan wat getraumatiseerde kinderen nodig hebben. Bewustwording en signalering zijn hierbij van belang. Als je begrijpt wat de impact is van trauma, dan weet je ook beter hoe het gedrag van de leerling te beïnvloeden en daarnaast de veerkracht en het leervermogen te vergoten. Dit doen we door de leerling te benaderen vanuit de traumabril (analyseren), een veilige leeromgeving voor hen in te richten (voorspelbaarheid en structuur), te ondersteunen bij emotie en gedragsregulatie, de sociaal-emotionele vaardigheden te trainen en het zelfbeeld te bevorderen. 

Geef me de 5
Geef me de 5 is een ‘communicatiesysteem’ voor jongeren die moeite hebben met informatieverwerking.  Denk hierbij aan jongeren met Autisme,  AD(H)D, een verstandelijke beperking, maar ook jongeren die structuur in hun leven gewoon fijn vinden. Voor deze jongeren is het belangrijk dat duidelijk is, wat er precies van hen wordt verwacht. Is de situatie onduidelijk, wordt er plotseling afgeweken van het programma of is er een nieuwe situatie of leuk uitje op komst, dan kan het zijn dat deze jongeren in de weerstand schieten en ongewenst gedrag laten zien. Wij bereiden de dag zoveel mogelijk voor deze leerlingen voor. Dit doen wij door vaste structuren, routines en gezichten. Daarnaast door zo vaak en zoveel mogelijk antwoord te geven op de volgende vijf vragen: Wie, wat, waar, wanneer, hoe? De antwoorden op deze vragen worden gevisualiseerd.

Relaties, intimiteit en Seksualiteit (RIS)

Relatievorming en seksualiteit is geïntegreerd in onze leerlijn 'leren leren' in sociale situaties, waarbij de sociale en emotionele ontwikkeling centraal staat. De bedoeling van de lessen relationele en seksuele vorming is jongeren te ondersteunen bij de ontwikkeling tot een persoon,

  • die respect heeft voor het eigen lichaam en dat van anderen;
  • die zich bewust is van eigen en andermans gevoelens, wensen, grenzen en opvattingen op het gebied van relaties en seksualiteit;
  • die steeds beter verantwoorde beslissingen kan nemen op het gebied van seksualiteit, intimiteit en relaties.

Actief burgerschap en sociale integratie

Burgerschapsvorming is het vormen van leerlingen die actief meedoen en een positieve bijdrage leveren aan de samenleving. Dit is een verplichte taak van de school. Het gaat daarbij om het oefenen van houding en vaardigheden met betrekking tot democratie, participatie en identiteit.

Sociale integratie wil zeggen dat burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) deelnemen aan de samenleving en bekend en betrokken zijn met de specifieke kenmerken van de Nederlandse cultuur. Scholen zijn verplicht hier aandacht aan te besteden. Wij besteden op school uitdrukkelijk aandacht aan actief burgerschap en sociale integratie door aandacht voor de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Wij willen bereiken dat onze leerlingen sociaal vaardig en emotioneel evenwichtig zijn en een positief, reëel zelfbeeld ontwikkelen. De leerlingen hebben deze vaardigheden nodig om succesvol te integreren in de maatschappij. Uit onderzoek is gebleken dat het voor dove leerlingen des te meer van belang is hieraan te werken, omdat zij een andere emotionele ontwikkeling laten zien dan horende kinderen.

Veiligheid

Kentalis Onderwijs Zoetermeer streeft ernaar om een gezonde en veilige school te zijn, waar een prettig werk- en leerklimaat heerst voor medewerkers en leerlingen. Een school zonder geweld, pesten en intimidatie, waar de fysieke veiligheid gewaarborgd is. 
Alle beleidsdocumenten en protocollen die hieraan bijdragen zijn gebundeld in het Schoolveiligheidsplan. Deze documenten en protocollen zijn landelijk en lokaal vastgesteld. Waar van toepassing volgens de Wet op Medezeggenschap Scholen (WMS) is de medezeggenschap (MR of LMR) hier in meegenomen.

Het schoolveiligheidsplan is op te vragen bij de afdelingsdirecteur.
Zie ook het algemene deel van de schoolgids, hoofdstuk Veiligheid.  

In uitzonderlijke gevallen waarin een leerling fysiek beperkt moet worden, hanteren wij de Lesco richtlijnen.

Internet gebruik

In het algemeen deel van de schoolgids beschrijven we hoe we binnen Kentalis omgaan met het veilig gebruik van internet. Zie hoofdstuk Mediawijsheid: Veilig internetten. Daarnaast hebben wij op school ook duidelijke afspraken en regels over internet gebruik.

Kentalis College Zoetermeer wil dat onze leerlingen leren in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hem/haar zelf en anderen. Het gebruik van internet en mobiele telefoon als informatie– en communicatiemiddel is een 21e-eeuwse vaardigheid die leerlingen onder de knie moeten krijgen. Deze middelen zijn een afspiegeling van de maatschappij: net als in de maatschappij moeten leerlingen leren wat goed is en wat niet goed is, wat kan en wat niet kan.
Leerlingen worden daarom gewezen op omgangsvormen en het gebruik van deze informatie- en communicatiemiddelen.

In samenwerking met Digiwijzer wordt een programma ontwikkeld die passend is voor onze doelgroep. Waarin al bovenstaande onderwerpen aan bod gaan komen.

Als leerlingen spelcomputer meenemen naar school zijn daar afspraken over in de klas. Voor het gebruik van een mobiele telefoon hanteren wij het 'Telefoonbeleid'; zie de betreffende paragraaf onder 'Ouders en school'. Diefstal, verlies of schade aan telefoons of spelcomputers valt niet onder de verzekering van de school. 

Gedragsregels

Binnen de school zijn er schoolregels en klassenregels.
Er zijn 10 Gouden regels die gelden voor alle leerlingen. Deze regels zijn overal zichtbaar in de school.
Daarnaast worden er elk schooljaar, na de zomervakantie, gezamenlijk met de leerlingen klassenregels opgesteld die hen helpen bij het leren. Door dit gezamenlijk op te stellen, eigenen leerlingen zich ook een verantwoordelijkheid toe om de regels na te komen met elkaar.