Schoolklimaat

De leerkracht in de groep houdt rekening met de leeftijd van de leerlingen. Dit kan ook de zogenaamde ontwikkelingsleeftijd zijn. Daarnaast kijkt de leerkracht hoe de leerlingen zich voelen en wat ze nodig hebben om te groeien. Anders gezegd: de leerkracht zorgt voor een prettig ‘pedagogisch klimaat’. De wensen en behoeften van de leerlingen staan altijd centraal. De leerkracht let bijvoorbeeld op hun behoefte aan veiligheid, structuur, (speel)ruimte, hulpmiddelen en sensitieve prikkels. Binnen de  leerlingenraad worden wensen geuit en de leerlingenraad geeft gevraagd en ongevraagd advies. 

Afspraken

Een ritme in de dingen die we doen op school geeft leerlingen een veilig gevoel. Daarom werken we met een rooster, een dagprogramma en een weekprogramma. We hebben ook regels voor in de klas en voor buiten spelen.

Vrijheid

We vinden het belangrijk dat we ons op school vrij kunnen bewegen. We willen geen delen van de school afsluiten. Daarom staat er een hek om het gebouw. Het hek is dicht onder schooltijd. Dat geeft vrijheid binnen de school. Per leerling kunnen de afspraken verschillen en kan er verschil in de mate van begeleiding zijn.

Communicatie voorop

Bij Kentalis Signis staat communicatie voorop. Op onze afdeling gebruiken we de lesmethode Totale Communicatie. De belangrijkste onderdelen hiervan zijn de twee talen ‘Nederlands ondersteund met gebaren’ en Nederlandse Gebarentaal.

Positieve aanpak

We willen dat kinderen leren wat ‘gewenst gedrag’ is. Dit doen we door positief gedrag aan te moedigen. Het uitgangspunt is dat een leerling zich veilig moet voelen om te kunnen leren. We kijken daarom goed naar het gedrag van uw kind, zodat we weten hoe we het best op hem of haar kunnen reageren. Want gedrag is ook communicatie. Als uw kind zich gespannen voelt, laten we die spanning minder worden. Dat geeft een veilig gevoel, waardoor uw kind makkelijker kan leren. Vanaf het schooljaar 2020-2021 werken we met de visie Triple-C. De behoeftes van de leerlingen staan hierbij centraal: hoe voelen ze zich en hoe gaan ze met anderen om? Het is belangrijk dat de leerlingen zich onvoorwaardelijk gesteund voelen: ze kunnen altijd bij het team terecht voor hulp. Daarnaast werken we samen met de leerlingen aan een ‘betekenisvolle daginvulling’.

De vso-leerlingenraad

Op onze school hebben we een vso-leerlingenraad. Hierin zitten een aantal leerlingen, die hulp krijgen van een medewerker. Samen denken ze na over schoolse zaken. De leerlingenraad geeft gevraagd en ongevraagd advies over onderwerpen in en rond de school. Een paar keer per jaar vergaderen ze met de afdelingsdirecteur. De leerlingen en de directeur mogen onderwerpen op de agenda zetten. Besproken onderwerpen zijn bijvoorbeeld: de inrichting van het schoolplein, het gebruik van de mobiele telefoon, wifi en het schoolkamp. Op deze manier leren de kinderen in de praktijk wat ‘democratie’ en ‘burgerschap’ is.

Gezond eten en drinken

Gezond eten en drinken is belangrijk, ook op school. Wist u dat kinderen die gezond eten en drinken hun aandacht beter bij de lessen kunnen houden? Ze kunnen dus beter leren op school. Aan het begin van het schooljaar krijgt u een informatiekaart met de afspraken over eten en drinken. 

Trakteren

Als uw kind jarig is, mag hij of zij natuurlijk trakteren. Uw kind mag dan iets uitdelen aan de kinderen van het vso en aan de leerkrachten. De traktatie zien wij graag gezond. Hou het klein en geef niet meer dan één item per kind.

We willen dat leerlingen actief meedoen in de samenleving en er een positieve bijdrage aan leveren. Dit noemen we ‘burgerschapsvorming’. Leerlingen onderzoeken hun houding over onderwerpen als democratie, de vorming van je identiteit en meedoen in de samenleving. Ze oefenen ook met de vaardigheden die ze hiervoor nodig hebben.

Als school zijn we verplicht om aandacht te geven aan de onderwerpen ‘burgerschapsvorming’ en ‘sociale integratie’. Wij doen dat onder andere met het vak ‘culturele vorming en identiteit voor doven en slechthorenden’, afgekort tot CIDS.  In dit vak leren kinderen de Dovencultuur kennen. Ze ontdekken welke hulpmiddelen ze kunnen gebruiken. Ze leren ook waarin ze verschillen van horende mensen. Maar ze leren vooral hoe ze daarmee om kunnen gaan.

Op de afdeling vso CMB krijgen leerlingen het vak CIDS op maat: in een vorm die bij ze past. We werken met de leerlijn ‘CIDS voor het so Doof-SH’.

Nieuwsbegrip

De leerlingen krijgen het vak ‘Nieuwsbegrip’. De leerkracht legt elke week een ander onderwerp uit dat in het nieuws is. De leerlingen kijken elke dag naar het Jeugdjournaal met gebarentolk.

De school moet een plek zijn waar leerlingen zich veilig voelen. Eén of twee keer per schooljaar vragen we alle leerlingen om de Kentalis Monitor Sociale Veiligheid in te vullen. Waar nodig helpen we daarbij. Ons doel is dat de leerlingen zich 100% veilig voelen. Is dit percentage lager dan 95%, dan gaan we kijken hoe dat komt en gaan we er iets aan doen.

We willen zeker weten dat de school een veilige plek is voor iedereen die er komt. Daarom werken we dagelijks aan een goed pedagogisch klimaat, stemmen we onze communicatie op elkaar af en hebben we regels en afspraken gemaakt. Samen vormen die ons ‘schoolveiligheidsbeleid’. Regelmatig brengen we in kaart of er risico’s zijn in onze gebouwen en op de schoolpleinen. Hierbij letten we er ook op of iedereen bij ons op school veilig en gezond kan werken en leren. Als er onderhoud nodig is, maken we hier een plan voor.

Internet geeft leerlingen veel mogelijkheden, ook voor de communicatie. Bovendien is het leerzaam en goed voor de ontspanning. Natuurlijk zijn er ook risico’s. Denk aan digitaal pesten, seksuele intimidatie en het schenden van de privacy. Wij zijn ons hier erg van bewust. We geven veel aandacht aan de digitale wereld van onze leerlingen en aan hun digitale vaardigheden. We gebruiken daarvoor de leerlijn ‘ICT en mediawijsheid’.

ICT en mediawijsheid

Op onze afdeling wordt er gewerkt met de leerlijn ‘ICT & mediawijsheid’. Leerlingen krijgen dit vak op maat: in een vorm die bij ze past. Er wordt gewerkt met projecten. Het onderwerp ‘foto en film’ krijgt veel aandacht in een project rond de kinderboekenweek. Leerlingen kunnen zelf filmpjes maken met de iPad. Daarna gaan ze de filmpjes ook bewerken. 

Computers en mobieltjes

Alle computers staan in de klassen. Als uw kind op de computer werkt, is er altijd een leerkracht in de buurt. Neemt uw kind een telefoon of spelcomputer mee naar school? Deze bewaren we in de kluisjes.

Als de leerkracht het goed vindt, kunnen leerlingen hun mobiele telefoon, iWatch of iPad gebruiken. Bijvoorbeeld om een ervaring te delen in de groep, om hun verhaal duidelijk te maken of om iets op te zoeken tijdens de les. Het apparaat kan ook worden gebruikt als rekenmachine. We zien computers en andere apparaten als nuttige hulpmiddelen voor de communicatie van onze leerlingen.

We hebben afspraken over het gebruik van mobieltjes in de pauzes. Hier praten we regelmatig over met elkaar. Als dat nodig is, veranderen we de afspraken.

Foto’s

Over het nemen van foto’s hebben we duidelijke afspraken. Leerlingen mogen op school alleen foto’s nemen onder begeleiding, als het voor een les is én met een fototoestel van school. Uw kind mag dus verder geen foto’s maken op school. De reden hiervoor is de privacy van anderen. Voor sommige leerlingen zijn foto’s van belang voor het leren. Met deze leerlingen maken we aparte afspraken.

Is er een voorstelling op school? Dan mag u wel foto’s maken voor privégebruik. Als u deze foto’s wilt delen op sociale media, let er dan op dat er geen andere mensen op de foto staan.

Mobiele telefoon

Uw kind mag een mobiele telefoon meenemen naar school om contact met u te kunnen hebben. Uw kind mag zijn of haar mobieltje ook gebruiken in de pauzes wanneer deze afspraken gemaakt zijn. De school heeft een verzekering, maar daar vallen apparaten die vanuit huis worden meegenomen niet onder. Bij diefstal, verlies of schade kunt u contact opnemen met uw eigen verzekering.
 

Dit zijn de visuele gedragsregels geldend voor het VSO.

Protocol voor vrijheidsbeperkende maatregelen

Kentalis Signis streeft ernaar om een gezonde en veilige school te zijn, waar een prettig werk- en leerklimaat heerst voor medewerkers en leerlingen. Een school zonder geweld, pesten en intimidatie, waar de fysieke veiligheid gewaarborgd is. Alle beleidsdocumenten en protocollen die hieraan bijdragen zijn gebundeld in het Schoolveiligheidsplan. Deze documenten en protocollen zijn landelijk en lokaal vastgesteld. Waar van toepassing volgens de Wet op Medezeggenschap Scholen (WMS) is de medezeggenschap (MR of LMR) hier in meegenomen.

Als de veiligheid van de leerling zelf of van een ander in het geding is, kan het zijn dat fysiek ingrijpen noodzakelijk is. Ouders worden hier altijd bij betrokken en er worden afspraken met de ouders gemaakt en vastgelegd.