Pedagogisch klimaat
De school hecht grote waarde aan een stabiel pedagogisch klimaat. Met pedagogisch klimaat bedoelen we wat er in de onderwijsomgeving is, dat er voor kan zorgen dat leerlingen zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Een goed pedagogisch klimaat draagt bij aan een goede schoolsituatie en aan een veilige school. De medewerkers van de school hebben een belangrijke taak om te zorgen voor een klimaat waarin leerlingen zich veilig en gerespecteerd voelen. Dit zijn belangrijke voorwaarden om tot leren te komen.
Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin leerlingen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden hierbij zijn: relatie, competentie en autonomie.
De (meervoudige) problematiek van onze leerlingen vraagt ook om specifieke vaardigheden van ons personeel die terug te zien moeten zijn in al het pedagogisch handelen. Naast kennis over bijvoorbeeld doof-/slechthorendheid en de specifieke cluster 2 competenties (o.a. NMG/NGT), zal het team ook de betekenis van het gedrag van de leerlingen moeten kunnen ontrafelen en interpreteren. Leerlingen zijn immers niet allemaal even goed in staat om hun wensen en gedachten over te brengen en laten dit, veel meer dan reguliere leerlingen, merken via hun gedrag. Bij het interpreteren van gedrag staat steeds voorop: wat betekent dit voor ons handelen? Het team zorgt ervoor dat iedere leerling zich veilig voelt op school (relatie), zelfvertrouwen opbouwt (competentie), leert zelfstandig te functioneren en eigen verantwoordelijkheid te dragen (autonomie).
In ons pedagogisch klimaat kan eenieder - kinderen, personeel en ouder(s)/verzorger(s) - zich optimaal ontwikkelen doordat eenieder wordt gezien in zijn eigenheid. Voorwaarden zijn: veiligheid, positiviteit, betrokkenheid en vaste structuren. Tevens worden de juiste communicatiemiddelen en -vormen ingezet.
Om onze visie te realiseren hebben we de volgende afspraken gemaakt:
Ik zeg wat ik doe en ik doe wat ik zeg. Ik houd mij aan afspraken. Hierdoor kan een ander op mij rekenen, ben ik voorspelbaar, en transparant.
Ik praat niet over iemand, maar met iemand. Hierdoor toon ik respect, geef ik vertrouwen en ga ik uit van gelijkwaardigheid. Dit is een voorwaarde om je veilig te voelen. Ik ben oké, jij bent oké. Mijn intentie is goed.
Ik ben professioneel. Ik hanteer een professioneel denkkader:
Wat is goed voor de kinderen?
Wat is goed voor de organisatie?
Wat is goed voor mij?
Daarnaast heb ik een voorbeeldfunctie wat betekent dat mijn pedagogisch klassenklimaat ook mijn pedagogisch schoolklimaat is. Dat wat ik in de klas voorsta, doe ik ook binnen het team.
Ik sta open voor en ben geïnteresseerd in de ander. Ik maak tijd vrij om naar de ander te luisteren en de ander te bevragen (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen), wat maakt dat ik betrokken ben. Ik heb een coöperatieve houding, ik bied mijn hulp en expertise aan en vraag om hulp. Ik durf kwetsbaar te zijn, ik durf grenzen te stellen en accepteer die van de ander. Een ander voelt zich door mij serieus genomen (dialoog), mijn intentie is om het met iedereen goed te hebben.
Ik benader de ander positief, er is ruimte voor humor. Ik maak op school gebruik van NMG/NGT, zodat iedereen mee kan doen in communicatie. Ik ga uit van de mogelijkheden en ben oplossingsgericht en bereid om compromissen te sluiten. Er is ruimte voor ontlading. Ik reflecteer op mijn eigen gedrag.
Ik houd rekening met de kernkwaliteiten van de ander en van mijzelf en benut en versterk deze in het samenwerken. Ik zie eigen irritatie als signaal om zelf iets te veranderen. Ik heb hoge verwachtingen binnen het samenwerken.
Ik geef de ander professioneel feedback bij het wel of niet nakomen van deze regels, waardoor ik laat zien dat ik mede verantwoordelijk ben voor het behoud van het schoolklimaat. Ik baseer mijn feedback op feiten en ben opbouwend. “Leren over jezelf door de blik van de ander”. Ik geef en ontvang complimenten.
Actief burgerschap en sociale integratie
Burgerschapsvorming is het vormen van leerlingen die actief meedoen in de samenleving en een positieve bijdrage leveren aan die samenleving. Het gaat daarbij om het oefenen van houding en vaardigheden met betrekking tot thema’s; vrijheid & gelijkheid, macht & inspraak, democratie, identiteit, diversiteit, solidariteit, digitaal samenleven, duurzaamheid, globalisering, en technologische burgerschap. Sociale integratie wil zeggen dat burgers, ongeacht hun etnische of culturele achtergrond, deelnemen aan de samenleving en bekend en betrokken zijn met de specifieke kenmerken van de Nederlandse cultuur.
Bij het bieden van onderwijs en begeleiding aan leerlingen bij wie zich de communicatieve redzaamheid niet zo vanzelfsprekend ontwikkelt als bij leeftijdgenoten, is nadrukkelijke aandacht voor burgerschap en sociale integratie noodzakelijk. De communicatieve beperking van onze leerlingen maakt dat omgangsregels veel meer expliciet moeten worden aangeleerd, zodat ook zij zo optimaal mogelijk en als verantwoorde burgers kunnen functioneren in onze maatschappij. Om dit vorm te kunnen geven besteedt onze school structureel en systematisch aandacht aan burgerschapsvorming en sociale integratie. Respect voor mens en omgeving nemen daarbij een centrale plaats in.
De methodieken en middelen die we hanteren bij actief burgerschap zijn heel divers. Om een aantal voorbeelden te noemen: logopedie (uitdrukken/gespreksvormen), PAD (gevoelens, emoties herkennen), Kanjer (samenwerken en rekening houden met elkaar), Leerlijn relaties & seksualiteit (weerbaarheid), Mediawijsheid (digitale weerbaarheid), psycho-educatie (leren omgaan met je beperking), Jeugdjournaal, Nieuwsbegrip, leerlingenraad en dergelijke. Ook stimuleren wij onze leerlingen om mee te doen met de samenleving door deel te nemen aan bijvoorbeeld zwemles of een sportclub en werken we intensief samen met de Gelderhorst (wooncentrum voor dove en slechthorende ouderen). De hele school is iedere dag een ‘oefenplaats’ voor de tien thema’s van actief burgerschap.
Leerlingenraad
Op de Bosschool willen we graag weten wat er speelt en leeft onder de leerlingen. De mening van de leerlingen doet er toe! Ze worden betrokken bij het reilen en zeilen van de school. Daarom is de leerlingenraad opgericht. De leden van de leerlingenraad bespreken verschillende onderwerpen zoals de wijze waarop er lesgegeven wordt bij bepaalde vakken, de inrichting van het schoolplein, de aanschaf van buiten- speelmaterialen en de invulling van schoolvieringen/activiteiten. De leerlingen geven hun mening of advies, ook over de onderwijsinhoud en manier waarop zij leskrijgen. De onderwerpen worden ingebracht door de leerlingen zelf of door het team. Naar aanleiding van deze bijeenkomsten worden ze teruggekoppeld naar alle betrokkenen of bijvoorbeeld ingebracht in de lokale medezeggenschapsraad of tijdens de ouderklankbordgesprekken. Naast de invloed die de leerlingenraad uitvoert binnen de school leren leerlingen hierdoor ook te overleggen met de directeur, ideeën en meningen te verwoorden en beargumenteren, discussiëren, presenteren en samen te werken. Kortom, vaardigheden die van groot belang zijn voor de verdere toekomst. Vaardigheden, die gekoppeld kunnen worden aan het vakgebied burgerschap, wat een belangrijk onderdeel is van het lesaanbod van basisscholen. De leerlingen kunnen in de leerlingenraad komen door zich kandidaat te stellen in de klas als klassenvertegenwoordiger voor in de leerlingenraad. Vervolgens wordt er per klas democratisch gestemd en de leerling met de meeste stemmen komt in de leerlingenraad. De leerlingenraad bestaat uit leerlingen van groep 5 tot en met 8.
Veiligheid
Sociale veiligheid
Elke leerling moet zich veilig kunnen voelen en zich op een prettige en positieve manier kunnen ontwikkelen. De leerkrachten, onderwijsassistenten/ leraar-ondersteuners en overige teamleden, scheppen een veilige, prettige sfeer in de klas en op het schoolplein. Soms is het nodig om duidelijke afspraken met de leerlingen te maken. Eén van de afspraken is dat we op school met respect met elkaar en de omgeving omgaan. Dat leerproces verloopt meestal vanzelf goed, maar het kan voorkomen dat een leerling zich niet veilig voelt en/of systematisch door andere leerlingen wordt gepest. Voor ons is dat een niet te accepteren en een ongewenste situatie. Jaarlijks wordt de vragenlijst sociale veiligheid afgenomen. Sinds 2023 hanteert de Bosschool de visie op gedrag, die ervan uitgaan gaan dat gedrag iets is dat je kunt leren. Daarbij handelen wij als medewerkers preventief aangaande gedrag wat we niet willen zien.
Internet gebruik
Op de Bosschool kunnen leerlingen, personeel en ouder(s)/verzorger(s) gebruik maken van internet. Internet is de verbinding met de buitenwereld.
Op de Bosschool is een i-coach aangesteld, die zich bezighoudt met het stimuleren van het computergebruik, gebruik van de tablets en het inventariseren en organiseren van onderwijsinhoudelijke wensen op het gebied van software en apps. De i-coach zal het ICT-beleid de komende jaren verder ontwikkelen, zodat ICT verder ingebed wordt in het onderwijs en de begeleiding een concrete vorm krijgt.
Het internet biedt geweldige kansen aan onze leerlingen voor zowel het onderwijs als ontspanningsmogelijkheden. Leerlingen zijn vaak enthousiaste gebruikers, met name als het gaat om interactieve diensten als e-mail en chatten. Ook spelletjes, muziekwebsites en apps als TikTok of Instagram zijn erg populair. Echter, zoals geldt voor de meeste spannende activiteiten: aan het gebruik van het internet zijn bepaalde risico's verbonden (bijvoorbeeld digitaal pesten, seksuele intimidatie en/of schending van privacy). Leren werken met het internet is vergelijkbaar met het leren van sociale vaardigheden. De school besteedt aandacht aan veilig internetten. We adviseren u hier thuis ook op te letten.
Veilig internet en sociale media
In het algemeen deel van de Schoolgids - te vinden op de website - beschrijven we hoe we binnen Kentalis omgaan met het veilig gebruik van internet.
Onze manier van werken
De leerlingen onderwijzen wij om zich te ontwikkelen op het gebied van taal en communicatie. De medewerker maakt vanuit pedagogisch en didactisch oogpunt keuzes in de toepassing van ICT bij het onderwijs. Wij streven ernaar leerlingen verder te helpen ontwikkelen op het gebied van ICT. Met slimme inzet van ICT, kunnen leerlingen op hun eigen niveau leren en werken waarbij wij maximaal de aansluiting zoeken tussen met hun individuele talenten om digitaal geletterd te worden. De vaardigheden die vallen onder digitale geletterdheid zijn: Mediawijsheid, ICT-basisvaardigheden, Informatievaardigheden en Computational thinking.
Deze vaardigheden worden getraind door het inzetten van de ICT methode Delta de Draak. De lessen van Delta de Draak staan opgenomen in het groepsplan. De lessen staan bij alle groepen van de Bosschool wekelijks/tweewekelijks gepland in het jaarrooster. De Week van de Mediawijsheid heeft ook een vaste plek op de jaarkalender. In elke groep wordt er in die week extra aandacht besteed aan mediawijsheid.
Adaptieve software wordt o.a. ingezet bij het vakgebied rekenen en dit wordt in de toekomst mogelijk uitgebreid naar andere vakgebieden. We werken met het adaptieve onderwijsplatform Snappet (voor rekenen) dat elke leerling uitdaagt om zich optimaal te ontwikkelen op dit vakgebied. Leerlingen kunnen werken aan leerdoelen van kernvakken die aansluiten bij hun eigen niveau. Ook werken de leerlingen van groep 3 t/m 8 met de programma’s Basispoort en Junior Einstein, waardoor er bij vakken als spelling, rekenen en lezen zelfstandig kan worden geoefend, waarbij de leerlingen directe feedback ontvangen en het niveau van de opdrachten wordt aangepast aan het niveau van de leerling.
Onze regels en afspraken
Leerlingen die een mobiele telefoon, smartwatch, spelcomputer of speelgoed mee naar school willen nemen, mogen hier alleen gebruik van maken in de taxi. Op school moeten ze uit staan en in de eigen tas bewaard worden. Wij kunnen geen veilige plek garanderen voor deze dure apparaten. Daarom is het meenemen van spullen vanuit huis op eigen verantwoordelijkheid. School is hiervoor niet aansprakelijk te stellen.
Gedragsregels
Op de Bosschool werken we met de Kanjertraining. Dit is een sociale vaardigheidstraining die kinderen leert respectvol met zichzelf, elkaar en de school om te gaan. En dit geldt natuurlijk ook voor de volwassenen. Van ouder(s)/verzorger(s) en leerkrachten wordt ook verwacht dat zij hun best doen om respectvol met elkaar om te gaan. Als er iets mis gaat spreken we elkaar daar op een rustige toon op aan, erop vertrouwend dat de ander het niet slecht bedoelt.
Kanjerafspraken op school:
- Wij vertrouwen elkaar
- We helpen elkaar
- Niemand speelt de baas
- We werken samen
- Niemand lacht uit
- We hebben plezier
- Niemand blijft zielig
- We doen mee