Onderwijsprogramma en activiteiten

Het onderwijsprogramma is verschillend voor leerlingen met uitstroomprofiel Arbeid of uitstroomprofiel Vervolgonderwijs en worden afgestemd op het uitstroomniveau van de leerling. Er is een basisaanbod vakken in de onderbouw; zie onderstaande tabel. In de onderbouw bestaat het programma uit een aantal basisvakken, die in onderstaande tabel zijn weergegeven. Daarnaast wordt er een vakspecifiek aanbod gedaan naar aanleiding van de door de leerling gekozen profielen.

Tabel: Basisaanbod vakken per uitstroomprofiel naar uitstroomniveau

Uitstroomprofiel  VMBO

De opleiding vervolgonderwijs duurt vier jaar en bestaat uit een tweejarige onderbouw (V1 en V2) en een tweejarige bovenbouw (V3 en V4). Wij bieden de volgende niveaus aan: Basisberoepsgerichte leerweg (BB), Kaderberoepsgerichte leerweg (KB) en Theoretische leerweg (TL).

In de bovenbouw hebben leerlingen die de basis- of kaderberoepsopleiding volgen, de keuze uit de volgende vakrichtingen:

• PIE (Produceren, Installeren en Energie)
• Z&W (Zorg en Welzijn)
• E&O (Economie & Ondernemen) 
• BWI (Bouw, Wonen & Interieur) 
• MVI ( Media, Vormgeving & ICT)

De leerlingen oriënteren zich in het tweede leerjaar, tussen september en december, 4 uur per week op de verschillende profielen. Vervolgens maken de leerlingen een keuze voor een vakrichting. De decaan zal deze keuze samen met de docenten begeleiden. Het onderwijsprogramma van het vervolgonderwijs is gericht op een vervolgopleiding met het niveau mbo-niveau 2 of hoger. Ook bestaat er een mogelijkheid om te “stapelen” zodat de leerling een een diploma kan behalen op een hoger niveau. Het KCCZ biedt dezelfde vakken aan zoals deze ook in het regulier onderwijs worden aangeboden.

Uitstroomprofiel Arbeid

De opleiding arbeid duurt 6 jaar; tweejarige onderbouw (O1 en O2), tweejarige middenbouw (O3 en B1) en tweejarige bovenbouw (B2 en B3). 

In de basisfase staat het aanleren van basisvaardigheden centraal. Dit betekent dat leerlingen bij de praktijkvakken lessen aangeboden krijgen gericht op de basisvaardigheden, maar ook gericht op zelfredzaamheid. De volgende praktijkvakken worden gegeven:

• hout
• groen
• metaal
• koken
• verzorging

Tijdens de voorbereidende fase op stage gaan leerlingen starten met profielen. Dat betekent dat leerlingen praktijklessen krijgen passend bij het gekozen profiel. Daarmee vallen er dus ook richtingen af. Leerlingen mogen een keuze maken voor een tweetal profielen. Binnen De Brug worden 7 verschillende profielen aangeboden, namelijk:

• Detail & Retail
• Horeca
• Dienstverlening & Zorg
• Plant & Groene Ruimte
• Groene Leefomgeving & Techniek
• Metaal & Lassen
• Bouw, Wonen & Onderhoud

Vanaf de beroepsgerichte stage kiezen de leerlingen één profiel. Het profiel, die de leerling op school volgt, sluit zo nauw mogelijk aan bij deze stage.

De Wereldklas

Het KCCZ heeft ook een internationale schakelklas (ISK) voor jongeren met een auditieve beperking die in de afgelopen twee jaar in Nederland zijn komen wonen. Op onze school heet dit de Wereldklas (WK). De wereldklas is een specifieke klas voor dove en slechthorende nieuwkomers met een anderstalige achtergrond. Deze leerlingen bieden we een aangepast programma afgestemd op de leerbehoefte en hulpvraag van de leerling. Het programma is specifiek gericht op taalverwerving van de Nederlandse gebarentaal, de Nederlandse taal en de Nederlandse cultuur, met als doel om de leerlingen zo spoedig mogelijk aan te kunnen laten sluiten bij de reguliere basislessen binnen het uitstroomprofiel Arbeid. 

Compassend

In Compassend krijgen de leerlingen met een specifieke pedagogische aanpak of aangepaste omgevingsbehoefte het programma van de basisklas aangeboden met extra ondersteuning. Het doel hiervan is de leerling extra te begeleiden in hun ontwikkeling zodat de leerling na een kortdurende periode weer kan aansluiten bij de reguliere klassensituatie. Compassend wordt aangeboden in uitstroom Arbeid en de onderbouw van uitstroom Vervolgonderwijs.

arbeidstoeleiding

Stage

Leerlingen worden stap voor stap begeleid naar werken in de toekomst. Middels stage richten we ons op werknemers- en beroepsvaardigheden. Met de leerlingen wordt dit uitgewerkt in competenties die ze leren. 

Uitstroom Vervolgonderwijs
De uitstroom routes Vervolgonderwijs voor BB en KB lopen stage die gekoppeld is aan opdrachten binnen de leerlijn van het vak LOB (loopbaan oriëntatie en -begeleiding). Tijdens het derde en vierde leerjaar volgen de leerlingen een geclusterde stage van twee weken behorend bij de gekozen vakrichting. Zij krijgen opdrachten gericht op vak- en beroepsinzicht en zelfreflectie.

Uitstroom Arbeid
Door middel van stages leiden we onze leerlingen naar een arbeidsplaats in de maatschappij. Voordat een leerling (uitstroom arbeid) op stage mag, doorloopt hij/zij verschillende fases. 

Hoe zien de fases eruit? 

• De basisfase 

  Deze fase staat in het teken van het aanleren van algemene basisvaardigheden en zelfredzaamheid. 

• Voorbereidende fase naar stage 
  We onderscheiden twee soorten arbeidstraining, namelijk intern en extern. Bij interne arbeidstraining worden vaardigheden en competenties geoefend en getraind op school door middel van een opgezette productielijn en/of werkzaamheden uit het bedrijfsleven. Bij externe arbeidstraining worden vaardigheden getraind en geoefend op een bedrijf of instelling onder begeleiding van een medewerker van onze school. Ook gaan de leerlingen in deze fase op werkweek. In deze week laten de leerlingen zien hoe het is gesteld met de competenties en vaardigheden. In deze voorbereidende fase naar stage wordt er ook een assessment afgenomen. Een assessment bestaat uit arbeidsproeven, beroepentest, sollicitatiegesprek en vragenlijsten.

• Stagefase 
  Als de leerlingen op stage gaan, starten ze met 2 dagen stage per week. Dit noemen wij de oriënterende stage. In overleg met de ouders en de leerling wordt een stageplaats gezocht vlakbij school. Een belangrijk doel van deze stage is de kennismaking met een werksituatie buiten school, inclusief andere tijden, personen en regels. Daarnaast is het ook belangrijk dat de leerling zijn voorkeur voor toekomstige werkzaamheden ontdekt en zicht krijgt op zijn talenten en mogelijkheden.

  Als de leerlingen stage lopen bij bedrijven die aansluiten bij hun belangstelling en mogelijkheden (en woongebied) gaan we de stage uitbreiden tot 3 dagen per week. Dat is een beroepsgerichte stage. Uiteindelijk moet deze stage uitmonden in een plaatsingsstage. Het branchegerichte profiel, die de leerling op school volgt, sluit zo nauw mogelijk aan bij deze stages. Aan het eind van een periode wordt bekeken of definitieve plaatsing mogelijk is, al dan niet met subsidiemogelijkheden voor het bedrijf.

Om leerlingen voor te bereiden en toe te leiden naar arbeid wordt gewerkt met een lijst van de te beheersen beroepscompetenties. Daarbij maken we een onderscheid in basisvaardigheden (algemene basiscompetenties) en beroepsvaardigheden (specifieke vaardigheden in het gekozen profiel). Deze vaardigheden worden geoefend binnen de gehele arbeidstoeleiding en steeds uitgebreid. De arbeidstraining vanuit de voorbereidende fase moet de leerling positief hebben afgerond voordat deze verder kan met de oriënterende stage, beroepsgerichte stage en uiteindelijk de plaatsingsstage.

In het (voor)laatste jaar van de schoolloopbaan zal bij het UWV een aanvraag arbeidsvermogen ingediend worden. Met deze aanvraag wordt duidelijk of een leerling betaalde arbeid kan halen op de reguliere arbeidsmarkt en/of met extra ondersteuning/aanpassingen op de werkplek. Bij beide toekenningen zal nauwe samenwerking komen tussen  leerling, ouder(s)/verzorger(s), school en eventueel gemeente om een passende plek te vinden. De leerling valt bij uitstroom van een VSO school namelijk onder de banenafspraak.

Wij vinden het belangrijk dat ouder(s)/verzorger(s) betrokken zijn. Samenwerking is belangrijk om de leerling te begeleiden naar verantwoordelijkheid. Door de juiste ondersteuning, krijgt de  leerling steeds meer inzicht in mogelijkheden en vertrouwen in zichzelf.  Bij de start van de stage zal er dan ook begeleiding zijn door de stagebegeleider(s). Daarom worden de stageplaatsen in het begin georganiseerd in de nabije omgeving van onze school. De stagecoördinator en logopedist gaan op stagebezoek en geven begeleiding. 

Stage uren

Geïntegreerde logopedie en communicatie 

Op KCCZ hebben de logopedisten kennis op het gebied van doofheid en slechthorendheid. Zij hebben therapeutische vaardigheden om de communicatieve redzaamheid te bevorderen. 

Om het gestelde doel te bereiken zal de logopedist zich richten op de klassen, zodat de aangeleerde vaardigheden meteen in de sociale en communicatieve situaties kunnen worden toegepast. De gekozen doelen komen bij verschillende lessen en docenten aan bod. Op deze manier krijgen leerlingen t.a.v. de doelen meer oefening die in meerdere situaties aan bod komen. In de bovenbouw wordt de focus en oefening meer gericht op de uitstroom in de maatschappij. 

Daarnaast zijn de logopedisten ook intensief betrokken bij de Wereldklassen om de taalontwikkeling en communicatie te ondersteunen. Zo verzorgen zij een Taalbad, waarin alle communicatie die zich voordoet, wordt geoefend. De logopedisten begeleiden en coachen de leerling, de docenten en de maatschappelijke omgeving (bijv. stagebegeleiders) zodat de communicatie met de leerling zo goed mogelijk verloopt. Ze stemmen hierbij af op de communicatiecode van de leerling. De logopedisten gaan op stagebezoek en bespreken de bevindingen met de leerling. Zij zetten zo nodig acties uit. De logopedisten bieden in de stageomgeving ondersteuning aan de leerlingen en werkgevers en begeleiders ter verbetering van de samenwerking en de communicatie. De begeleiding is vooral gericht op het ontwikkelen en verbeteren van werknemerscompetenties en empowerment van de leerling.

Tijdens de hele schoolloopbaan van de leerling is een logopedist betrokken bij het onderwijs. In een enkel geval wordt kortdurend individuele logopedie op maat aangeboden. Als een leerling een duidelijke hulpvraag en motivatie heeft én de logopedist ziet groeimogelijkheden, dan kan kortdurende individuele logopedie (6-8 weken) worden aangevraagd. Deze aanvraag wordt besproken door de CvL. Voor langdurige trajecten wordt verwezen naar de eerstelijns logopedie buiten school. Er is ook altijd een logopedist lid van het CvL.

De logopedisten testen ook 2 keer per schoolloopbaan van de leerling de communicatieve vaardigheden in het Nederlands met behulp van logopedische testen. Aandachtspunten die bij deze testresultaten naar boven komen, worden vertaald in communicatieve onderwijsbehoeften en doelen voor de leerling.

Arbeid:

Binnen de uitstroom Arbeid hanteren wij geen overgangsnormeringen, wel brengen we continue de arbeidscompetenties en werknemersvaardigheden in kaart. Afhankelijk van de vorderingen op toeleiding naar arbeid vindt doorstroom plaats. 

Vervolgonderwijs:

In het overgangsreglement is vastgelegd aan welke eisen een leerling aan het eind van een leerjaar moet voldoen om bevorderd te worden naar het volgende leerjaar.  De leerlingen maken toetsen en opdrachten die cijfers opleveren. Vooraf wordt bepaald wat de waarde van het cijfer is ten opzichte van andere cijfers. De cijfers die behaald worden blijven het hele schooljaar staan. Rapporten geven een tussenstand aan van hoe uw zoon/dochter ervoor staat. De mentor en docenten bespreken de voortgang van de leerlingen en koppelen dit in gesprekken terug met de leerlingen en u als ouders. 

Het overgangsreglement

Ieder schooljaar organiseren wij specifieke activiteiten. Deze activiteiten geven we weer in de agenda op Social Schools. 

Jaarlijks hebben we de volgende activiteiten:

• Gezamenlijke start schooljaar 
• Viering rond kerst 
• Eindejaarsfeest
• Excursies gekoppeld aan (vak)onderwijs

Via mentoren hoort u voorafgaand aan een activiteit wat dit zal zijn en wanneer, wat het doel is en hoe de uitvoering eruit zal zien. 
 

Buitenlandreis

Eens in de bovenbouw zullen de klassen V3 en V4 van uitstroom Vervolgonderwijs een buitenlandreis maken. De laatste jaren is dat naar Parijs geweest. Leerlingen ervaren hoe het is met elkaar op reis te zijn, te leven in een andere cultuur, ervaren de taal van een ander land. Aan de reis wordt een opdracht gekoppeld van het vak CKV. Jaarlijks wordt gekeken welk type reis het best passend is voor dat moment. 
Voor de reis wordt een eigen bijdrage gevraagd van € 250,-. 

De bovenbouw van uitstroom Arbeid gaat op kamp (eens in de 2 jaar). De laatste jaren is men naar de Ardennen geweest. Naast culturele indrukken wordt er vooral gewerkt aan samenwerking en empoweringsopdrachten met als doel zich goed voor te bereiden op hun vervolgstap in de maatschappij.
Voor de reis wordt een eigen bijdrage gevraagd van € 250,-.

Er bestaat de mogelijkheid om het bedrag in delen te betalen. Hiervoor kunt u contact opnemen met de administratie.
 

Eindejaarsfeest

Het schooljaar wordt in de laatste schoolweek afgesloten met een leerlingenfeest. De organisatie wordt gezamenlijk met de leerlingenraad uitgevoerd. De leerlingen worden aan het einde opgehaald door hun ouders zodat we elkaar nog even kunnen ontmoeten en een fijne vakantie toe kunnen wensen.

Zie tekst bij "Vakken" voor informatie m.b.t. stage