Zorg voor de leerlingen

Leerlingenzorg

In het algemene deel van de Kentalis schoolgids vindt u informatie over Leerlingenzorg en het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Ook in het schoolplan 2024-2027 staat de zorgstructuur beschreven. Deze is op te vragen bij de directeur.

Niet alle leerlingen volgen het onderwijs probleemloos: een aantal leerlingen heeft meer tijd nodig om zich de stof eigen te maken of heeft een andere aanpak nodig. Taal, lezen, rekenen, zelfredzaamheid, sociaal- emotionele ontwikkeling en leren leren zijn allemaal vakgebieden die extra aandacht kunnen vragen. De leerkracht is de eerste persoon om dit te signaleren. De ontwikkeling van een leerling wordt gevolgd door het afnemen van testen, toetsen en/of observaties en door regelmatig, in het Leerlingvolgsysteem, aan te geven welke doelen behaald zijn. Wanneer blijkt, dat een leerling de gestelde doelen uit het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) niet haalt, start het zogenaamd zorgtraject en krijgt de leerling extra begeleiding. Deze begeleiding vindt op verschillende zorgniveaus plaats.

Het zorgtraject en de niveaus van zorg 

Er worden 4 niveaus onderscheiden: niveau 0, 1, 2 en 3.

Niveau 0: Onderwijs volgens vastgestelde doelen, niveau en prognose vastgelegd in
het Ontwikkelingsperspectiefplan. Het onderwijsaanbod is afgestemd op de kerndoelen, leerlijnen, leerroute en de individuele doelen uit het Ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling. De leerkracht zorgt voor een uitdagende leeromgeving en een zelfstandigheid bevorderende didactiek. De vorderingen worden door de leerkracht bijgehouden op basis van observeren, testen en toetsen. Het Ontwikkelingsperspectiefplan wordt één keer per jaar geschreven en twee keer per jaar geëvalueerd, hierna volgt telkens een gesprek met de ouders. Wanneer de leerkracht constateert dat een leerling de gestelde doelen niet gaat halen, zal zij/hij didactisch en/of pedagogisch extra moeten gaan investeren. Dit wordt gemeld bij de intern begeleider.
Zorgniveau 1 treedt in werking.

Niveau 1: De leerkracht geeft intensievere begeleiding aan de leerling. Aanpassing van het onderwijsaanbod door de leerkracht. Het doel en de aanpak worden beschreven, zoals bijvoorbeeld extra inzet/didactische of pedagogische aanpassingen. Afhankelijk van de problematiek is de richtlijn in tijd voor het geven van extra zorg op niveau 1: 6 à 8 weken. In week 6, 7 of 8 wordt de leerling getoetst of geobserveerd en de leerkracht schrijft een evaluatie.

Indien de problemen van een leerling toch structureler lijken te zijn en de extra zorg onvoldoende resultaten heeft opgeleverd, geeft de leerkracht bij de intern begeleider aan of er hulp en/of begeleiding nodig is. Dan wordt de stap naar een volgend zorgniveau gemaakt. Zorgniveau 2 treedt in werking.

Niveau 2: De leerkracht geeft de leerling intensievere begeleiding met ondersteuning van IB (intern begeleider en/of GK (gedragskundige). Op niveau 2 wordt de leerling besproken in groeps-/leerling bespreking. Afhankelijk van de gemaakte afspraken wordt er voor de leerling door de leerkracht een hulpplan opgesteld in samenspraak met de intern begeleider en/of de gedragskundige. Beschreven worden: het doel van het hulpplan, de aanpak, zoals bijvoorbeeld extra inzet/didactische of pedagogische aanpassingen en de afgesproken datum voor de terugkoppeling van de evaluatie. Afhankelijk van de problematiek is de richtlijn in tijd voor het geven van extra zorg op niveau 2: 6 à 8 weken.
 
Ondersteuning van de leerkracht bij het uitvoeren van het hulpplan vindt plaats, bijvoorbeeld door de intern begeleider en/of gedragskundige. Logopedie kan desgewenst in lijn van de alternatieve aanpak worden ingezet in overleg met de logopediste. De ouders ontvangen ter informatie een kopie van het hulpplan. In de zesde, zevende of achtste week wordt de leerling getoetst en/of geobserveerd en de leerkracht schrijft i.s.m. de intern begeleider of gedragsdeskundige een evaluatie. De voorzitter van de Kerncommissie ontvangt de evaluatie (incl. evt. toetsresultaten en/of observatierapport).

Indien de evaluatie van het hulpplan aantoont dat de leerling te weinig of geen vooruitgang boekt of achteruit gaat en de problematiek van dien aard is dat de er een multidisciplinaire benadering noodzakelijk is, wordt de leerling door de intern begeleider aangemeld (vergezeld van hulpplan en evaluaties) bij de eerstvolgende vergadering van de Commissie van Leerlingen zorg (CvL). Zorgniveau 3 treedt in werking.

Niveau 3: Inzet professionals CvL en zo nodig externen De Commissie van Leerlingen zorg (eventueel samen met externe professionals) zal komen tot een advies over de aanpak t.b.v. het vervolg van het onderwijsleerproces en –aanbod. Vervolgens wordt er op basis van dit advies een hulpplan op niveau 3 opgesteld door de intern begeleider of gedragskundige i.s.m. eventuele andere betrokken deskundigen en dit plan wordt door de intern begeleider of gedragskundige teruggekoppeld naar de leerkracht en de ouders (zij ontvangen een kopie). Dit hulpplan 3 wordt uitgevoerd, opnieuw zo nodig met ondersteuning van de betrokken deskundige(n). Afhankelijk van de problematiek is de richtlijn in tijd voor het geven van extra zorg op niveau 3: 6 à 8 weken. In de laatste week van de vastgestelde termijn wordt de leerling getoetst of geobserveerd en de leerkracht schrijft i.s.m. intern begeleider of gedragskundige een evaluatie. De CvL ontvangt de evaluatie (incl. evt. toetsresultaten/observatierapport). 

Bij een goed resultaat kan de leerling weer terugkeren naar zorgniveau 0, 1 of 2. Als de resultaten onvoldoende zijn, zijn verschillende vervolgstappen mogelijk:

  • er vindt nader onderzoek plaats,
  • het uitstroomprofiel wordt bijgesteld
  • er vindt een verwijzing plaats naar een andere afdeling
  • er vindt een verwijzing plaats naar een ander type onderwijs of naar zorg.

Evaluatie hulpplan 3 en gewijzigd Uitstroomprofiel of adviesformulieren t.b.v. verwijzing worden met ouders besproken.

Bij acute problematiek kan het voorkomen dat zorgniveaus overgeslagen worden. De zorgniveaus zijn onderstaand schematisch weergegeven:

  • in de linker kolom zijn de zorgniveaus beschreven
  • in de rechterkolom wordt per zorgniveau aangegeven welke acties ondernomen worden.

LK = leerkracht, GK = gedragskundige, LVS = leerlingvolgsysteem (ParnasSys)

ZorgniveauKenmerken

0

Onderwijs volgens vastgestelde doelen,
niveaus en prognose

- Leerling ontwikkelt zich conform zijn eigen OPP (leren, gedrag etc.)
- De leerkracht en de logopediste schrijven het OPP, zij voeren dit uit, evalueren het OPP en bespreken het OPP met ouders
- Voor het aanleveren van informatie (intelligentie, diagnosegegevens) en het schrijven van de motivatie is de orthopedagoog betrokken (integratief beeld). 
- De leerkracht schrijft, in overleg met de logopediste, het groepsplan, voert dit uit en evalueert het groepsplan 
- Observaties, testen en toetsen worden geregistreerd, geanalyseerd en opgenomen in het leerlingvolgsysteem
- De intern begeleider heeft de coördinatie, de leerkracht is verantwoordelijk, de intern begeleider heeft een adviserende rol

1

De leerling krijgt intensievere begeleiding

- Als de ontwikkeling van de leerling afwijkt van het OPP
- Extra inzet, didactische, logopedische en/of pedagogische aanpassingen
- De leerkracht zorgt voor aanpassing in het groepsplan en evalueert de aanpassing na 6 weken
- De leerkracht informeert de intern begeleider en de logopedist
- De leerkracht is verantwoordelijk, de intern begeleider heeft een adviserende rol

2

De leerling krijgt intensievere begeleiding

De intern begeleider ondersteunt

Eventueel andere disciplines betrekken

Melding in CVL

- In overleg met IB wordt een leerling aangemeld voor intensieve zorg. De IB-er bespreekt de aanvraag in de CvL.
- In overleg met ouders wordt een leerling aangemeld voor RT of intensieve begeleiding op het gebied van gedrag.
- Naar aanleiding van de probleemstelling wordt door de leerkracht, zo nodig de logopediste, en de intern begeleider de hulpvraag geformuleerd
- Er wordt een individueel hulpplan geschreven voor 6-8 weken door de RT-er of GK in overleg met de leerkracht. De IB-er heeft de regie en wordt op de hoogte gehouden. In overleg worden de andere disciplines erbij betrokken.
- Het hulpplan wordt met de leerling en zijn/haar ouders besproken
- Het plan wordt door de leerkracht en RT-er of GK geëvalueerd. De IB-er sluit indien nodig aan.
- De evaluatie wordt met de leerling en zijn/haar ouders besproken
- De intern begeleider meldt in de CVL, waar nodig kunnen de andere CVL leden reageren en aanvullen

3

Inzet CVL en zo nodig externen

- De leerling wordt besproken in de CVL en acties worden bepaald (handelingsgerichte diagnostiek en handelingsadviezen, betrekken van externen)
- De ouders worden betrokken

Medische zorg

Indien noodzakelijk wordt een verpleegkundige bij medische zorg ingezet. Bijvoorbeeld om metingen te verrichten bij leerlingen met diabetes en eventueel medicatie toedienen. Wanneer dit voor een leerling noodzakelijk is, dan wordt dit met ouders besproken en vastgelegd in een medisch protocol. Als wij als school een leerling medicatie moeten toedienen (kortdurend) dan wordt dit vastgelegd in een verklaring die door ouders en school (de medewerker die de medicatie toedient) wordt ondertekend.

Schoolarts/ jeugdarts en Ambulante zorg

Iedere leerling krijgt na plaatsing een medisch onderzoek bij de jeugdarts. De jeugdarts heeft zitting in de Commissie van Leerlingenzorg. (CVL) Zij adviseert en onderzoekt indien noodzakelijk.

  •  De schoolarts voor de doelgroep TOS is: drs. K. Schmitz
     

    Ambulante Zorg Zoetermeer

In Zuid- Holland bieden wij binnen de Ambulante Zorg een breed scala van behandelmogelijkheden aan, zowel individueel als in groepsverband of in het gezin voor cliënten uit vrijwel alle doelgroepen van Kentalis (TOS, Doof/SH, DB en CMB).

De behandeling richt zich altijd op communicatieve redzaamheid en kan daarnaast gericht zijn op:

  • Sociaal-emotionele problematiek,
  • Sociale vaardigheden,
  • Handelings- of differentiaaldiagnostiek,
  • Taalontwikkeling (incl. logopedie),
  • Interactie in het gezin,
  • Opvoedingsvragen,
  • Combinatie van bovenstaande.

De behandelingen kunnen geboden worden op onze locatie of elders, onder schooltijd of erna. Samen met betrokkenen rondom het kind werken en denken we vooral oplossingsgericht. Bij aanvang van het traject gaan we met de ouders en eventueel het kind in gesprek om de aard van de problematiek te verduidelijken en na te gaan welke behandeling het beste aansluit op de vragen die er zijn. Deze hulp kan laagintensief zijn (bijvoorbeeld een individuele training of therapievorm) tot hoog intensief, bijvoorbeeld een groepsbehandeling van 3 middagen per week.

Zo nodig wordt diagnostisch onderzoek ingezet. We werken altijd multidisciplinair, dus met meerdere disciplines zoals een behandelcoördinator, logopedist, systeemgericht behandelaar, therapeut, en/of trainer. Daarnaast werken we nauw samen met onderwijs en bespreken gedurende het gehele traject de aanpak, voortgang en doelen met betrokkenen.

Mochten er door ouders en/of andere betrokkenen rondom een kind vragen of zorgen zijn, dan kan contact opgenomen worden met Kentalis Zorg om de mogelijkheden te bespreken. Overleg met de betrokkenen op school en kijk eventueel op onze website voor meer informatie over onze zorg- en dienstverlening. U kunt ook contact met ons opnemen voor advies en informatie, bijvoorbeeld over de aanmelding. Dit kan via een cliëntadviseur van Bureau Aanmelding: T 0800 53 68 25 47