Onderwijsprogramma en activiteiten

Conform de eisen die de wet kwaliteit VSO stelt, verzorgen wij het onderwijs volgens het onderstaande schema

Binnen de leerroute Vervolgonderwijs bieden wij de niveaus VMBO Basis en VMBO kader en TL aan.
Binnen de leerroute Arbeid is het mogelijk om een MBO-1 entree opleiding te volgen.

Uitstroomprofiel vervolgonderwijs
Binnen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs bieden we in de onderbouw de volgende leerroutes aan:
- BBL (basisberoepsgerichte leerweg), 
- KBL (kaderberoepsgerichte leerweg) en
- TL (theoretische leerweg). 
Het aantal lessen op het rooster voor de onderbouw is voor alle leerroutes en leerjaren gelijk. De verschillende leerroutes van een bepaald leerjaar kunnen samen één klas vormen. De differentiatie van het lesstofaanbod vindt plaats op het niveau, tempo en ondersteuningsbehoefte van de leerling. 

Na de onderbouw (tweede leerjaar) wordt er gekeken of een leerling geschakeld kan worden naar het regulier onderwijs. Dit kan zijn doordat de leerling:
- uitstroomt met een ondersteuningsarrangement (ambulante begeleiding) naar een VMBO-school in de buurt,
- uitstroomt met een onderwijsarrangement naar één van de partnerscholen van het Maatman College (experiment inclusieve beleidsregel) of 
- in symbiose met het regulier onderwijs gaat, waarbij de leerling de praktijklessen en bijbehorende theorie op de partnerschool krijgt aangeboden en de theorielessen op het Maatman College. 

Als een leerling uitstroomt met een ondersteuningsarrangement dragen we de leerling over naar het regulier onderwijs. De leerling staat dan niet meer ingeschreven op het Maatman College.

Bij een onderwijsarrangement en symbiose blijft de leerling ingeschreven op het Maatman College, maar volgt het (deels) lessen op een van onze partnerscholen. 

In een enkel geval kan door de specifieke ondersteuningsbehoefte van de leerling niet geschakeld worden naar het regulier onderwijs (VMBO), maar voldoet de leerling nog wel aan de eisen voor een onderwijsarrangement.  Mocht dit het geval zijn dan wordt er samen met de ouders en leerling gekeken of de leerling door kan stromen naar uitstroomprofiel arbeid, leerroute MBO-1 of dat de leerling de schoolloopbaan moet vervolgen in het praktijkonderwijs in de buurt al dan niet met een onderwijsarrangement of ondersteuningsarrangement. 

In alle situaties is het doel het behalen van een vmbo-diploma en door te stromen naar het MBO. 

Mocht de leerling na twee jaar niet meer voldoen aan de criteria voor een onderwijsarrangement dan krijgt de leerling nog nazorg via een ondersteuningsarrangement vanuit de ambulante dienst. Samen met de ambulant begeleider wordt er dan gekeken wat de leerling en school nodig hebben om de overgang naar het regulier onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. Dit is in de regel een kortdurende ondersteuning. 

Uitstroomprofiel Arbeid
Binnen het uitstroomprofiel Arbeid zijn er twee leerroutes:
- Leerroute MBO-1, gericht op het behalen van een MBO-1 diploma
- Leerroute Arbeid gericht op uitstroom naar (beschutte) Arbeid.

Leerroute MBO-1
Vanaf het eerste leerjaar hebben de leerlingen de mogelijkheid om in te stromen in deze leerroute. Het doel van deze leerroute is dat de leerlingen een MBO-1 diploma behalen en vervolgens via een 1- of  2-jarig traject uitstromen naar een (beschutte) arbeidsplek. 

Deze leerroute komt voort uit een verregaande samenwerking tussen het ROC van Twente en het Kentalis Maatman College. In de afgelopen 10 jaren bleek dat er Arbeid-leerlingen zijn die zich blijven ontwikkelen en cognitief uitgedaagd moeten worden.  

Deze leerlingen bieden we de mogelijkheid om binnen het uitstroomprofiel Arbeid, leerroute MBO-1 zich op alle gebieden te ontwikkelen.  Er zijn drie profielen:
- Assistent horeca, 
- Assistent bouwen,
- Assistent dienstverlening

Door stage in een (beschutte) arbeidsomgeving kunnen ze zich tijdens de stage individueel werken aan persoonlijke doelen op het gebied van arbeidsvaardigheden, de sociaal-emotionele - en communicatieve ontwikkeling. De stage coördinator en logopedist hebben hierbij de mogelijkheid om de leerling in de praktijk te ondersteunen. 

In de onderbouw krijgen de leerlingen een zo breed mogelijk aanbod van vakken en lessen waarbij we ook gebruik maken van methodes van het VMBO en het praktijkonderwijs. In de onderbouw betekent dit naast de reguliere (praktijk)vakken nog veel aandacht voor de basisvaardigheden (technisch) lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. 

Na het derde leerjaar wordt de onderbouw van deze leerroute afgesloten. De leerlingen hebben dan een jaar lang naast de theorie en praktijk op het Maatman College ook 1 dag in de week stagegelopen. 

Vanaf het derde leerjaar volgt er in februari/maart overleg over de overgang en voortgang van de leerroute. 

Tijdens dit overleg wordt er gekeken of de leerling kan doorstromen naar het (voorbereidende) examenjaar van MBO-1 of dat de leerling doorstroomt naar 4A of 5A van de leerroute arbeid. 

Deze keuze wordt (in de CvL) bepaald op basis van de input van de mentor, de docenten Nederlands, rekenen en praktijkvakken en de resultaten bij de leergebied overstijgende vaardigheden en stage. Vanuit dit overleg volgt er een advisering voor de overgang naar 4M/5M of 4A/5A. 

Dit advies wordt met ouders en leerling besproken waarbij er tijdens of vlak na het overleg een definitief vervolg van de leerroute wordt vastgesteld en vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief van de leerling. 

In het vijfde leerjaar behaald de leerling een entree-diploma en stromen ze door naar het laatste leerjaar waarin ze uitstromen naar passende (beschutte) arbeid. 

Deze leerroute biedt de leerling de mogelijkheid om volledig op het Maatman College een MBO-1 diploma te behalen en vervolgens in het laatste jaar toe te werken naar een passende (beschutte) arbeidsplek, al dan niet in samenwerking met de gemeente.

Leerroute Arbeid 1F of < 1F
De leerroute Arbeid 1F leidt tot een diploma VSO-arbeid met als doel uitstroom naar (beschutte) arbeid. 

Het onderwijs in de onderbouw richt zich naast de basisvaardigheden (lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen) en de praktijkvakken ook voor een groot deel op de sociaal-emotionele ontwikkeling en de communicatieve redzaamheid. Leren en oefenen in betekenisvolle, praktische situaties zijn hierbij uitgangspunt. 

In de bovenbouw blijven we aandacht besteden bovenstaande, maar komt het accent te liggen op de persoonlijke ontwikkeling binnen het werkveld. De leerlingen volgen in de bovenbouw vaak maatwerk trajecten. Er wordt gekeken waar de interesses van de leerlingen liggen en wat de leerling nodig heeft om zijn doelen te behalen. Er zijn mogelijkheden om in samenwerking met andere scholen, gemeente, bedrijven of instellingen voor certificaten voor bijvoorbeeld: heftruck, bosmaaier, lasdiploma etc. Daarnaast kan er binnen de stage gewerkt worden aan praktijkverklaringen. 

Aan het einde van de schoolperiode stromen de leerlingen uit naar een passende (beschutte) werkplek en ontvangen ze na het afronden van de opleiding een schooldiploma en portfolio. In het portfolio staat informatie over de gevolgen vakken, gelopen stages en de ondersteuning die de leerling nodig heeft binnen een arbeidssituatie. 

Uitstroomprofiel (arbeidsmatige) dagbesteding
Het uitstroomprofiel (arbeidsmatige) dagbesteding leidt op naar een diploma VSO Arbeid/dagbesteding met als doel uitstroom naar beschut werk. De leerroute is bedoeld voor leerlingen in de leeftijd van ca. 11 tot maximaal 20 jaar bij wie wordt ingeschat dat zij naar beschutte arbeid instromen. 
Het onderwijs richt zich op brede persoonlijke vorming en op competentieontwikkeling rond de transitiegebieden werken, wonen, vrije tijdsbesteding en burgerschap. Leren en oefenen in betekenisvolle, praktische situaties is voor deze leerlingen de meest aangewezen weg. Na het afronden van de opleiding krijgen de leerlingen een officieel schooldiploma mee. Daarop staat welke vakken zij hebben gevolgd en waar zij stage hebben gelopen. Ook krijgen ze een portfolio mee. Daarin staat welke ondersteuning de leerling nodig heeft.

Overgangsnormen voor VMBO BB/KB/TL
Leerjaar 1 BB/KB/TL
Leerlingen in de leerroute worden bevorderd naar leerjaar 2 als zij aan het eind van het leerjaar, op het rapport, bij het voortschrijdend gemiddelde:

• in de vakken Nederlands, Wiskunde en Engels maximaal één onvoldoende, niet lager dan een 5 hebben
• bij de overige vakken niet meer dan 2 te korten zijn, waarbij een 4 telt voor 2 te korten en een 5 voor 1 tekort 

Leerjaar 2 BB/KB/TL
Leerlingen in de leerroute worden bevorderd naar leerjaar 3 in dezelfde leerweg als zij aan het eind van het leerjaar, op het rapport, bij het voortschrijdend gemiddelde:

• geen cijfers lager dan een 6 hebben op de gekozen profielvakken 
• bij de overige vakken niet meer dan 2 te korten zijn, waarbij een 4 telt voor 2 te korten en een 5 voor 1 tekort

Daarnaast is er een bindend positief advies vanuit de rapportvergadering bespreking voor de verplichte vakken in het gekozen profiel en heeft de leerling minimaal 16 uur Maatschappelijke Stage positief afgerond.

Leerjaar 3 BB/KB/TL
Leerlingen in de leerroute worden bevorderd naar leerjaar 4 in dezelfde leerweg als zij aan het eind van het leerjaar:

• voldoen aan de overgangscriteria van de symbioseschool

Deze overgangscriteria worden aan het begin van het schooljaar kenbaar gemaakt tijdens de kennismakingsavond. 

Overgangsnormen voor alle leerjaren leerroute MBO-1
Leerlingen in de leerroute worden bevorderd naar het volgende leerjaar als zij aan het eind van het leerjaar, op het rapport, bij het voortschrijdend gemiddelde:

• in de vakken Nederlands, Wiskunde en Engels maximaal één onvoldoende, niet lager dan een 5 hebben.
• bij de overige vakken niet meer dan 2 tekorten hebben, waarbij een 4 telt voor 2 tekorten en een 5 voor 1 tekort. 

Verder geldt dat de leerling vanaf het derde jaar de stage met een voldoende af moet hebben afgesloten. De resultaten op de AMN wordt meegenomen in de beoordeling, maar zijn niet bindend. 

Doorstromen naar leerroute VMBO Basis 

Leerlingen kunnen eventueel na het eerste leerjaar doorstromen naar de leerroute VMBO BB. Leerlingen worden besproken om door te stromen naar de leerroute VMBO BB indien aan onderstaande twee criteria is voldaan:

• voor de vakken Nederlands, Wiskunde, Engels en Biologie staat de leerling een 7 of hoger; 
• het gemiddelde van alle overige vakken is minimaal een 7.

De leerlingen die aan bovenstaande criteria voldoen worden tijdens de rapportbespreking besproken aan de hand van onderstaande criteria: 

• er moet een positieve studiehouding zijn
• de leerling moet sociaal-emotioneel en communicatief in staat zijn om zich binnen de symbioseschool staande te houden
• de resultaten op de AMN laten voldoende groei en mogelijkheden zien
• de leerling voldoet aan de criteria die gelden voor VMBO Basis.

De vakdocenten en de betrokken logopedist schrijven aan de hand van de bevindingen een advies aan de Commissie van Leerlingbegeleiding en deze commissie komt met een bindend advies. Dit bindend advies gaat naar ouders en leerling. 

Doubleren of afstromen 
Indien de leerling niet aan de overgangseisen voldoet, dan krijgt de leerling een advies vanuit de Commissie van Leerlingbegeleiding. Dit advies wordt door de mentor en de intern begeleider met de leerling en ouders besproken.  

Het advies kan zijn:

• afstromen naar het uitstroomprofiel arbeid en doorstromen naar het volgende leerjaar
• doubleren

Overgangsnormen uitstroomprofiel Arbeid
Binnen het uitstroomprofiel Arbeid hanteren we geen overgangsnormen. Wel wordt er bij het roosteren en de groepsplannen rekening gehouden met het niveau van de groep en de individuele leerling. 

Doorstromen naar leerroute MBO-1
Leerlingen kunnen vet. na het derde of vierde leerjaar doorstromen naar de leerroute MBO-1. Leerlingen worden besproken om door te stromen naar de leerroute VMBO MBO-1, indien aan onderstaande twee criteria is voldaan:

• voor de vakken Nederlands, Rekenen behalen de leerlingen het niveau 1F 

De leerling die aan bovenstaande criteria voldoet wordt tijdens de rapportbespreking besproken aan de hand van onderstaande drie aanvullende criteria: 

• er moet een positieve studiehouding zijn
• de leerling moet sociaal-emotioneel en communicatief in staat zijn om zich binnen de leerroute MBO-1 staande te houden 
• de resultaten op de AMN laat voldoende groei en mogelijkheden zien

De vakdocenten en de betrokken logopedist schrijven aan de hand van de bevindingen een advies aan de Commissie van Leerlingbegeleiding en deze commissie komt met een bindend advies over het eventueel opstromen naar een hoger niveau. Dit bindende advies gaat naar ouders en leerling. 

Binnen het Kentalis Maatman College kennen we meerdere ondersteunende activiteiten die lopende een schooljaar worden aangeboden. We houden u hiervan via de nieuwsbrief op de hoogte zodra deze data bekend zijn. Ook zijn er culturele activiteiten waarvan de data nog niet bekend zijn.

Projectweken
Met name voor de leergebied overstijgende kerndoelen en Burgerschap werken we op het Kentalis Maatman College met groeps-overstijgende projectweken. De inhoud van de projecten sluit aan bij de kerndoelen, maar we werken in deze projectweken ook nadrukkelijk aan de leergebied overstijgende kerndoelen en Burgerschap.
"Leren leren” is kennis nemen van de wereld om je heen en daar je plaats in leren bepalen. Samen met anderen en in een setting die een beroep doet op communicatieve vaardigheden.

Leerlingen gaan in de projectweken alleen of in samenwerking de communicatieve uitdagingen aan, zoeken hun informatie voor een groot gedeelte zelf op en gebruiken daarbij de media die tot hun beschikking staan. Een beroep zal worden gedaan op het ontwikkelen van taakgerichtheid anders dan in de normale lessituaties. Een projectweek zal een beroep doen op vaardigheden, zoals die worden omschreven bij de leergebied overstijgende kerndoelen.

De werkgroep 'projectweken' bestaande uit vier leerkrachten bereiden twee projecten per jaar voor en biedt deze klassen-doorbrekend aan gedurende twee projectweken. Bij de projectweken horen vaak excursies. De bestemmingen sluiten aan bij het lesprogramma van de desbetreffende klas.

Goede doelen dag 
Eén keer per jaar organiseert de school in overleg met de leerlingenraad een 'Goede doelen dag'.  Leerlingen gaan tevens de wijk om buurtbewoners uit te nodigen voor deze dag. Hierbij oefenen ze met begeleiding van de logopedist en de mentor, net als op de goede doelen dag zelf, hun communicatieve vaardigheden.  

Werkweek 
Alle leerlingen maken in hun schoolloopbaan één maal een meerdaagse buitenlandse reis. De laatste jaren is dat naar Berlijn geweest. Leerlingen ervaren wat het betekent om in een land te zijn waar geen Nederlands wordt gesproken. Hiervoor zijn weer specifieke communicatieve vaardigheden vereist. Niet zozeer het spreken van een vreemde taal, maar wel het ontwikkelen van strategieën wat betreft het omgaan en communiceren, hoe beperkt ook, met mensen die een andere taal spreken dan jijzelf.

Special Heroes activiteiten
In samenwerking met Special Heroes worden komend schooljaar sport- en culturele activiteiten georganiseerd. Ook zullen we aandacht besteden aan een gezonde leefstijl, dit m.b.v. Health-lessen. De exacte data hiervoor zijn nog niet bekend. Via Social Schools en de nieuwsbrieven zullen wij u hiervan op de hoogte houden.

Schoolfeest 
Voor, door en met de leerlingen wordt één keer per schooljaar een schoolfeest georganiseerd. De organisatie is in handen van leerlingenraad en docenten.

Op het Kentalis Maatman College geven we ons onderwijs in het uitstroomprofiel Arbeid/dagbesteding vorm door te werken met het drie-fasen model.

Fase 1: bestaat uit een periode van 2 jaar. We bieden een brede vorming en oriëntatie op basis van de kerndoelen. Specifieke aandacht is er voor cluster-2 gerelateerde onderwijsbehoeften. Daarnaast besteden we veel aandacht aan Nederlands, waarbij lezen nadrukkelijk nog aandacht krijgt. Voorbereiding op arbeid krijgt in deze fase vorm door excursies en veel praktijkgerichte opdrachten die gerelateerd zijn aan de verschillende beroepssectoren. In het 2e leerjaar krijgen leerlingen les van de stagecoördinatoren om ze bekend te maken met de verschillende beroepen.

In fase 2: gaan leerlingen beginnen met hun stages. Een steeds groter deel van de lestijd zal in de vorm van stages worden vormgegeven, waardoor het onderwijs in de schoolse setting steeds minder tijd zal vragen. De tijd die de leerlingen nog wel op school doorbrengen zal sterk gericht zijn op de transitiegebieden wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. Daarnaast krijgen ze onderwijs volgens de kerndoelen.

In fase 3: werken we nadrukkelijk toe naar de naschoolse periode. Via een uiteindelijke plaatsingsstage proberen we de leerlingen, wellicht met een financiële ondersteuning vanuit de gemeente, aan een arbeidsplaats te helpen. Onze stagecoördinatoren zijn de contactpersonen naar gemeentes en UWV. Bij uitstroom krijgen de leerlingen een diploma met daarop de eventueel behaalde certificaten. Het zal duidelijk zijn dat fase 2 en fase 3 niet gebonden zijn aan echte leerjaren, zoals dat bij fase 1 duidelijk wel het geval is. Afhankelijk van de mogelijkheid van een leerling kan vanaf 18 jaar definitieve plaatsing in het arbeidsproces plaatsvinden.

Leerlingen die in het uitstroomprofiel Arbeid zijn geplaatst maar van wie op enig moment wordt ingeschat dat zij een meer beschermde werkomgeving nodig hebben, kunnen op een door de school te bepalen moment worden geschakeld naar (arbeidsmatige) dagbesteding. Uiteraard worden leerlingen en ouders hier uitgebreid bij betrokken.

Binnen het uitstroomprofiel Arbeidsmarkt onderscheiden we: 

• arbeid in een regulier bedrijf, in combinatie met landelijk erkend(e) certificaat/certificaten  
• arbeid in een regulier bedrijf, zonder certificaten
• (beschermde) arbeid in de sociale werkvoorziening.

Certificaten op maat
In samenwerking met andere reguliere PRO V.O. scholen en met bedrijven kunnen de leerlingen beroepsgerichte certificaten behalen. Er wordt vanuit de stage en school gekeken welke mogelijkheden de leerling heeft. 
De certificaten zijn een aanvulling op de stage. Er wordt dus gekeken of de leerling door middel van het behalen van bepaalde certificaten meer kans heeft op een plaatsing bij een bedrijf of in een bepaalde sector. 
Voorbeelden van certificaten zijn: VCA, basiscertificaat houtbewerking, basiscertificaat metaalbewerking, heftruckrijbewijs, etc. 
De stagecoördinatoren en mentoren gaan hierover in gesprek met de ouders en leerling