Lopende onderzoeken

Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben moeite om uit het taalaanbod grammaticale regels te verwerven. Kinderen zonder TOS pikken deze regels wel op, zonder dat er expliciet aandacht aan wordt besteed. De taalachterstand die jonge kinderen met TOS hebben, is waarschijnlijk deels te verklaren door een zwakker impliciet leervermogen. 

In dit project onderzoeken we op wat voor manier gedeelde aandacht en gedeeld plezier kunnen worden gestimuleerd met Zintuigenverhalen bij personen met een communicatief meervoudige beperking (CMB) en doofblindheid.

De komende twee jaar onderzoeken we in hoeverre dove en slechthorende kinderen in het regulier onderwijs luisterinspanning moeten leveren en wat die luisterinspanning kan doen verminderen.

In dit tweejarige project wordt de voorspellende rol onderzocht van vroege spraakperceptievaardigheden op de latere gesproken taalontwikkeling. Dove en slechthorende kinderen hebben een verhoogd risico op achterstanden in de gesproken taalontwikkeling.

Veel kinderen die een behandelgroep voor kinderen met (een vermoeden van) TOS bezoeken, maken aan het eind van de behandeling de transitie van ZG-zorg naar onderwijs. De behandelaren in de ZG-zorg hebben een belangrijke rol in de begeleiding van ouders in de schoolkeuze en de (eventuele) aanvraag van onderwijsondersteuning.

Kinderen met TOS hebben vaak te kampen met zwakke sociaal-communicatieve vaardigheden. Sociaal-communicatieve vaardigheden worden door kinderen vooral automatisch, dus onbewust en impliciet opgepikt. Zwakke sociaal-communicatieve vaardigheden hangen bij kinderen met TOS mogelijk samen met een zwak impliciet leervermogen.

Interactief voorlezen is een effectieve methode om de taalontwikkeling en de latere leesvaardigheid van kinderen te stimuleren. Daarnaast is het een methode die een positief effect heeft op de ouder-kind interactie (denk aan beurtwisselingen en het volgen van een kind). De meeste ouders lezen niet vanuit zichzelf op een interactieve manier voor.

Het verbeteren van de taalontwikkeling is een van de hoofddoelen binnen de vroegbehandeling die we bieden aan kinderen met een auditieve en/of communicatieve beperking. Hierbij is het ook van belang dat een kind taal kan gebruiken in zijn/haar sociale omgeving, zoals een gesprekje voeren met een vriendje of iets zeggen tegen iemand die hij of zij niet zo goed kent.

Wat zijn de kenmerken van een taalontwikkelingsstoornis (TOS) bij een jong meertalig kind? Hoe evalueer en behandel je de taal- en spraakontwikkeling van een meertalig kind in beide talen het best? Onderzoekers van Kentalis doen hier onderzoek naar.

Mensen met aangeboren doofblindheid zijn in de communicatie vaak aangewezen op de tast en ontwikkelen in het algemeen geen volwaardige gebarentaal. Het blijkt voor veel van deze personen lastig om bedoelingen over te brengen en invloed uit te oefenen op het eigen leven.

Mensen met aangeboren doofblindheid zijn afhankelijk van de tast: niet alleen om de omgeving te verkennen maar ook om in te zetten bij interactie en communicatie met mensen in hun omgeving. We weten nog weinig over tactiele cognitie: hoe werkt het tactiel werkgeheugen en welke interventies kunnen we inzetten om het te stimuleren?

Een gezamenlijk onderzoeksproject van Auris, NSDSK, Pento, Adelante en Kentalis: Taal in Zicht. In dit project worden kinderen die de vroegbehandeling voor een taalontwikkelingsstoornis (TOS) verlaten, 20 jaar gevolgd.