Leerplicht
In Nederland hebben we leerplicht. Dit is een wet waarin staat dat alle kinderen in Nederland naar school moeten. De leerplicht begint als uw kind 5 jaar wordt en eindigt in het schooljaar waarin uw kind 16 jaar wordt. Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli. De wet geldt ook voor kinderen die tijdelijk in ons land verblijven.
Daarnaast is het bij Kentalis zo dat:
- dove kinderen vanaf 2,5 jaar (gedeeltelijk) naar school kunnen gaan;
- leerlingen van 16 tot 18 jaar op school kunnen blijven tot ze een diploma hebben gehaald, de zogenaamde startkwalificatie. Dit heet ‘kwalificatieplicht’;
- leerlingen met een communicatieve meervoudige beperking in het vso, mogen indien nodig in het vso blijven tot het einde van het schooljaar waarin zij 20 worden: zo kan een leerling de opleiding afmaken of biedt langer onderwijs de leerling betere kansen op de arbeidsmarkt. Per leerling wordt een zorgvuldige afweging gemaakt wat het beste bij zijn of haar ontwikkeling past.
Ouders en verzorgers moeten zich houden aan de Leerplichtwet. Ze zijn verplicht om hun kind in te schrijven op een school. De ouders zijn er verantwoordelijk voor dat hun kind ook naar school toe gaat.
Extra vrije dagen en verzuim
Leerlingen zijn vanaf de inschrijving verplicht om naar school te komen. Soms kan een kind extra vrij krijgen, bijvoorbeeld voor een bezoek aan een arts, een begrafenis, enzovoort. U kunt dit aanvragen bij de directie van de school. De directie bekijkt dan of het mag volgens de regels van de leerplichtwet. U leest verderop hoe u extra vrij kunt vragen. Bij vragen kunt u altijd terecht bij de school van uw kind.
Wanneer uw kind afwezig is zonder toestemming, heet dat ‘ongeoorloofd verzuim’. De school vraagt altijd bij de ouders naar de reden van het verzuim. Wanneer een leerling lang of vaak ongeoorloofd afwezig is, neemt de school contact op met de leerplichtambtenaar. Als het nodig is, onderneemt de leerplichtambtenaar actie.
Als school moeten we het verzuim melden in de volgende gevallen:
- Een leerling is in een periode van vier weken 16 uur les- of praktijktijd afwezig zonder toestemming. (Wanneer dit binnen een periode van vier weken opnieuw gebeurt, doen we weer een melding, ook als er al een actie loopt vanuit de school of de leerplichtambtenaar.)
- Een leerling heeft geen toestemming gekregen om onder schooltijd op vakantie te gaan, maar is toch afwezig in die periode.
- Een leerling is afwezig en de school kan geen contact met thuis krijgen.
Deze regels gelden bij ons ook voor leerlingen onder de vijf jaar.
De leerplichtambtenaar is altijd van de gemeente waarin uw kind woont en dus niet van de gemeente van de school. Wilt u contact opnemen met de leerplichtambtenaar? Doe dit dan bij de gemeente waar uw kind woont.
De schoolvakanties staan vast. In de Leerplichtwet staat dat u uw kind buiten de schoolvakanties niet mag meenemen op vakantie. Doet u dit wel, dan is dat strafbaar.
Maakt uw werk of dat van uw partner het echt onmogelijk om op vakantie te gaan in een schoolvakantie? Dan kunt u soms vrij krijgen buiten de schoolvakanties om. Dit kan maximaal één keer per schooljaar. U krijgt alleen toestemming als er ‘onoverkomelijke bedrijfseconomische risico’s’ zijn.
Is iemand in het gezin tijdens de vakantie ziek geworden? En komt uw kind daarom later terug op school? Zorg dan voor een doktersverklaring uit het vakantieland. Hierop moet staan om welke ziekte het gaat, hoe lang die duurde en hoe ernstig het was.
Vrij bij ‘gewichtige omstandigheden’
Soms zijn er situaties waarop ouders of leerlingen geen invloed hebben, zoals een huwelijk of overlijden. Dit noemen we ‘gewichtige omstandigheden’. U kunt dan schriftelijk vrij vragen bij de leiding van de school. Doe dit zo snel mogelijk.
Voorbeelden van ‘gewichtige omstandigheden’:
- de verhuizing van het gezin;
- het huwelijk van een familielid;
- een ernstige ziekte van een familielid (het aantal vrije dagen wordt bepaald in overleg met de directeur of leerplichtambtenaar);
- het overlijden van een familielid;
- een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum of het 12,5-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksfeest van een familielid.
Deze situaties zijn geen ‘gewichtige omstandigheden’:
- familiebezoek in het buitenland;
- vakantie in een goedkope periode of een speciale aanbieding;
- vakantie onder schooltijd omdat het niet mogelijk was om op een andere dag te boeken;
- een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de schoolvakantie op vakantie te gaan;
- eerder vertrek of later terugkomen door (verkeers)drukte;
- vrij vragen voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn.
Hoe vraagt u vrij buiten de schoolvakanties?
- In de schoolgids van de school kunt u lezen hoe u vrij kunt aanvragen.
- Doe dit minimaal acht weken van tevoren. Doet u dit later? Dan moet u wel kunnen aangeven waarom het niet eerder kon.
- De leiding van de school bekijkt uw aanvraag en neemt een beslissing.
- U kunt maximaal tien schooldagen per schooljaar extra vakantie vragen. Meer dan tien schooldagen wordt nooit goedgekeurd.
De extra vakantie mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen.
Vraagt u meer dan tien dagen vrij vanwege ‘gewichtige omstandigheden’? Dan stuurt de directeur van de school uw aanvraag door naar de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar overlegt met de directeur en neemt een beslissing. De leerplichtambtenaar informeert u hier zo snel mogelijk over.
Is uw aanvraag afgewezen en bent u het daar niet mee eens? Dan kunt u schriftelijk bezwaar maken bij de directeur. Vraag bij de administratie waaraan uw bezwaarschrift moet voldoen.
Onderwijs aan (langdurig) zieke leerlingen
Alle leerlingen hebben recht op onderwijs, ook als ze (langdurig) ziek zijn. Dat staat in de ‘Wet ondersteuning onderwijs zieke kinderen’. Die wet geldt voor kinderen in het ziekenhuis, maar ook voor zieke kinderen thuis. De school is verantwoordelijk voor het onderwijs aan zieke kinderen. Als dat nodig is, komt er hulp van een ‘consulent onderwijsondersteuning zieke kinderen’. Kijk voor meer informatie op www.ziezon.nl/informatie voor ouders.
Vrijstelling van onderwijsactiviteiten
Alle leerlingen zijn verplicht mee te doen aan schoolactiviteiten. Kan uw kind niet deelnemen? Bij de directeur kunt u schriftelijk om vrijstelling vragen. De directeur bepaalt welke vervangende activiteit wordt georganiseerd.
Wanneer behandeling of therapie onder schooltijd buiten de school plaatsvindt, dient u dit schriftelijk aan te vragen bij de directeur. De Commissie van Leerlingenzorg bepaalt of dit mogelijk is.
Schorsing & verwijdering
Een enkele keer is het nodig om een leerling te schorsen, dit betekent dat hij geen les krijgen in de (eigen) klas, bijvoorbeeld bij agressie of drugsgebruik. We doen dit alleen als het echt niet anders kan.
De directeur mag een leerling schorsen na overleg met de directeur onderwijs. Bij schorsing gelden de regels van de ‘Wet op de expertisecentra’. Een korte schorsing duurt niet langer dan 5 schooldagen. Bij een schorsing langer dan een dag informeert de school altijd de onderwijsinspectie en leerplichtambtenaar. De ouders krijgen dezelfde dag schriftelijk bericht over de reden van de schorsing. Tijdens de schorsing zorgt de school zo nodig voor huiswerk en de bespreking hiervan met de leerling. Een schorsing duurt maximaal één week.
Bij verwijdering schrijft de school een leerling definitief uit, het kind mag dan geen onderwijs meer volgen op deze school. In de ‘Wet op de expertisecentra’ staan de regels waaraan de school zich moet houden. De directeur onderwijs neemt de beslissing om een leerling te verwijderen; de directeur van de school mag dit niet beslissen. De directeur onderwijs informeert de ouders schriftelijk over het voornemen om hun kind van school te verwijderen. De ouders mogen hun mening hierover geven. Ze kunnen de verwijdering laten toetsen door de Geschillencommissie passend onderwijs.
Wilt u meer weten? Het protocol voor schorsing en verwijdering kan opgevraagd worden op school.
Lesuitval & opvang
Wanneer een medewerker ziek is, zorgt de school zo snel mogelijk voor vervanging. Als dat kan, kiezen we een vervanger uit het eigen team. In het uiterste geval verdelen we een groep leerlingen over andere groepen of klassen of sturen we een klas naar huis. Leerlingen krijgen dan passend werk mee waaraan ze zelfstandig kunnen werken.
Veiligheid
Veiligheid op school
Veiligheid op school staat altijd voorop. Elke school heeft een schoolveiligheidsplan. We hebben een speciale medewerker die oplet of iedereen zich houdt aan de afspraken over veiligheid, gezondheid en welzijn. Dat is de arbocoördinator of preventiemedewerker.
Op school zijn meerdere medewerkers opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het ontruimingsplan. Een van hen heeft de taak van veiligheidscoördinator. De bedrijfshulpverleners krijgen elke twee jaar bijscholing.
Relaties, intimiteit en seksualiteit
Kentalis voert actief beleid rondom relaties en seksualiteit, veiligheid en preventie van seksueel misbruik.
Sociale veiligheid: pesten voorkomen
De leraren zorgen voor een veilige, prettige sfeer in de klas en op het schoolplein. Elke school maakt hier duidelijke afspraken over: de school- en klassenregels. Een van de regels is dat kinderen met respect met elkaar omgaan. Pesten accepteren we niet. We letten ook op digitaal pesten. We doen er alles aan om leerlingen ‘mediawijs’ te maken.
Mediawijsheid: veilig internetten
Internet geeft leerlingen veel mogelijkheden, ook voor de communicatie, bovendien is het leerzaam. Natuurlijk zijn er ook risico’s. Denk aan digitaal pesten, seksuele intimidatie en het beschermen van de privacy. Daarom informeren we ouders regelmatig over het thema ‘veilig internet’. We geven veel aandacht aan de digitale wereld van de leerlingen en aan hun digitale vaardigheden.
Alle scholen van Kentalis zorgen voor een veilige school waar leerlingen zich prettig voelen. Hoe de school pesten tegengaat, beschrijft de school in de eigen schoolgids.
Elke school heeft een medewerker die zich bezighoudt met de sfeer en de veiligheid. Dat is de coördinator sociale veiligheid. Er is ook een vertrouwenspersoon op iedere school. Leerlingen kunnen met de vertrouwenspersoon praten als ze worden gepest of over het pesten willen praten. Ook ouders kunnen bij de vertrouwenspersoon terecht met vragen over pesten.
Minstens één keer per jaar vullen de leerlingen vanaf groep 7 een vragenlijst in over sociale veiligheid. Van leerlingen die dit niet kunnen wordt de veiligheid op een andere manier in kaart gebracht. We zijn als school wettelijk verplicht om dit te doen. Zo kunnen we zien of kinderen zich veilig voelen. Als het nodig is, onderneemt de school actie.
Meldcode
Huiselijk geweld en kindermishandeling
De meldcode ‘Huiselijk geweld en kindermishandeling’ is een stappenplan. Hierin staat wat een leraar moet doen bij huiselijk geweld of kindermishandeling, of als hij dit vermoedt. Bijvoorbeeld hoe de leraar de ouders kan vertellen dat hij zich zorgen maakt. Het doel is altijd om het gezin zo vroeg mogelijk te helpen. En hen uit te leggen waarom hulp zo belangrijk is.
Elke organisatie die werkt met ouders en kinderen moet de meldcode gebruiken als er zorgen zijn over het welzijn van een kind.
Verwijsindex
Soms heeft een kind, een jongere of een gezin extra hulp nodig. Er zijn dan vaak meerdere professionals die hen helpen, bijvoorbeeld uit het onderwijs, de gezondheidszorg en jeugdzorg. Het is belangrijk dat deze mensen elkaar goed kennen en samenwerken. Daarom moet elke gemeente in Nederland zich aansluiten bij de Verwijsindex. Dit is een digitaal systeem waarin professionals met elkaar in contact komen.
Hoe gaat dit in zijn werk?
- De professionals van de organisaties die meedoen staan in een landelijk systeem.
- Ze geven in het systeem aan wanneer de hulp begint.
- De professional koppelt zijn naam aan die van het kind en informeert de ouders hierover.
- Zijn er twee of meer professionals aan een kind gekoppeld, dan is er een ‘match’.
- De professionals krijgen hiervan bericht. Ze vragen aan de ouders of ze contact met elkaar mogen opnemen.
Sponsoring
De scholen houden weleens sponsoracties. Vaak worden die georganiseerd door de leerlingen zelf. Dit is leuk en leerzaam. De opbrengst van zo’n actie is bestemd voor de school en de leerlingen. De school koopt er bijvoorbeeld buitenspeelmateriaal van. Dat geldt ook voor eventuele donaties of subsidies die de school krijgt. Daarnaast zijn er soms acties voor een goed doel.
We vinden het belangrijk dat sponsoring past bij de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van onze school.
Landelijke adressen en handige websites
www.kentalis.nl: veel informatie over Kentalis en onze zorg- en onderwijslocaties.
www.gebarencentrum.nl: informatie over gebaren, de gebarenbibliotheek, materialen over gebaren, cursussen en het gebarenwoordenboek.
www.fodok.nl: FODOK is de Nederlandse federatie voor ouders van dove en slechthorende kinderen. FODOK behartigt de belangen van kinderen en hun ouders, geeft informatie en biedt ouders de gelegenheid om elkaar te ontmoeten.
www.fossouders.nl: FOSS is de Nederlandse federatie van ouders van slechthorende kinderen en van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis.
www.siméa.nl: Siméa betekent ‘elkaar verstaan’. Siméa behartigt de belangen van organisaties en hun medewerkers in het onderwijs, de zorg en in de begeleiding en diagnostiek van kinderen met gehoorbeperking en taalontwikkelingsstoornissen.
www.onderwijsinspectie.nl: de onderwijsinspectie houdt toezicht op het onderwijs. Als u een vraag hebt, kunt u die stellen via: www.onderwijsinspectie.nl/contact.
www.balansdigitaal.nl: actuele informatie over passend onderwijs. Ouders kunnen er ervaringen uitwisselen.