Kentalis volgt Wet zorg en dwang en niet de bestuurlijke afspraken
Vanuit de mensvisie van Kentalis is het vanzelfsprekend dat onvrijwillige zorg niet wordt toegepast. Soms is dit echter nodig om de cliënt of de omgeving te beschermen tegen ernstig nadelige situaties (het ‘Nee, tenzij’-principe). De Wet zorg en dwang (Wzd) biedt het wettelijk kader voor toepassing van deze onvrijwillige zorg.
In 2023 bleek na uitgebreide evaluatie dat de Wzd in de praktijk moeilijk uitvoerbaar is. Het ministerie van VWS werkt aan een nieuw wetsvoorstel maar het kan lang duren voordat de nieuwe wet er is. Daarom zijn in overleg met cliënt- en brancheorganisaties bestuurlijke afspraken gemaakt om de uitvoerbaarheid van de Wzd te verbeteren. Elke zorginstelling bepaalt zelf of voor de komende periode de huidige wet óf de bestuurlijke afspraken worden gevolgd. Kentalis kiest voor het blijven volgen van de Wzd vanwege de volgende argumenten.
- We vinden de kortere evaluatieperioden in het eerste toepassingsjaar van onvrijwillige zorg belangrijk om het ‘Nee, tenzij’-principe goed te volgen.
- Het bieden van meer inspraak voor de cliënt of verwanten is in de huidige wet ook mogelijk.
- De Cliëntvertrouwenspersonen hebben in de huidige situatie alle ruimte om hun werk goed te doen en evaluatiemomenten om verbetering te bespreken.
- Het aanpassen van beleid en werkinstructies op basis van de bestuurlijke afspraken vraagt extra tijd en energie die we liever besteden aan de huidige uitvoering van de Wzd. Te meer daar er geen garantie is dat de inhoud van de bestuurlijke afspraken overgenomen wordt in de nieuwe wet.
Klacht Wet zorg en dwang
Als je niet tevreden bent met de afhandeling van je klacht door Kentalis, dan is er sprake van een geschil. Heb jij een klacht die te maken heeft met de Wet zorg en dwang (Wzd)? Dan zal de ‘klachtencommissie onvrijwillige zorg (KCOZ)’ deze klacht behandelen. Zoek voor hulp bij het indienen van een klacht bij de KCOZ contact met de klachtenfunctionaris van Kentalis.
Duiding onvrijwillige zorg
Kentalis verantwoordt elk jaar de toegepaste onvrijwillige zorg in een duidingsrapport. Dit rapport wordt besproken met de Raad van Bestuur en de centrale cliëntenraad en doorgestuurd naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.