Onderwijsprogramma en activiteiten

Vakken

Kentalis College Zoetermeer CMB/Doofblind 

Onderwijs op het KCZ CMB/DB

Op het KCZ CMB/DB krijgen leerlingen van 12 tot 18 jaar onderwijs dat past bij hun mogelijkheden. We werken met kerndoelen voor het (voortgezet) speciaal onderwijs. Deze doelen zijn aangepast aan wat onze leerlingen nodig hebben. We gebruiken ook delen van lesmethodes die goed passen bij onze doelgroep. Zoals de methode: "Werken aan"

Bij het bepalen van de leerroute kijken we vooral naar wat de leerling al kan, hoe hij of zij communiceert, hoe goed dat gaat, hoe de werknemersvaardigheden zijn en hoe de leerling zich sociaal en emotioneel ontwikkelt.

Wij vinden goed onderwijs belangrijk. Daarom zijn onze leerkrachten geschoold in het Expliciete Directe Instructiemodel (EDI). Dit model wordt toegepast in de lessen en zorgt ervoor dat leerlingen actief worden betrokken en worden uitgedaagd om na te denken en te leren.

Zorg voor de sociaal emotionele ontwikkeling binnen de klas

Naast leren vinden wij het belangrijk dat uw zoon of dochter zich prettig voelt. Onze leerkrachten zijn ook geschoold in traumasensitief lesgeven en Kanjertraining. Binnen de school spreken we dezelfde 'kanjertaal', zodat dit voor de leerlingen duidelijk en herkenbaar is. Leerkrachten worden jaarlijks bijgeschoold over sociaal-emotioneel leren. Denk aan onderwerpen als groepsdynamiek, pesten en het gebruik van methodes als Kanjertraining en Mijn SOVA. Hiervoor zijn er informatie-uurtjes en intervisiemomenten.

We hebben ook een anti-pestcoördinator op school. Die kan ondersteunen in de klas of met individuele leerlingen. De anti-pestcoördinator zorgt er ook voor dat het team op de hoogte is van het anti-pestprotocol en verzorgt samen met de gedragskundige de teamscholing en intervisie.

 

Praktijkvakken en sectorwerken

Naast leren in de klas, leren onze leerlingen ook in de praktijk. Ze krijgen les in vijf praktijkvakken:

  • Horeca
  • Techniek
  • Beeldende vorming (creatieve vakken)
  • Groen (werken met planten en natuur)
  • Zorg en Welzijn

We werken in sectoren. Een schooljaar bestaat uit vijf periodes (van vakantie tot vakantie). In elke periode staat één praktijkvak centraal.

  • In de onderbouw (eerste drie leerjaren) werken leerlingen twee uur achter elkaar aan een praktijkvak.
  • In de bovenbouw (vanaf leerjaar 4) is dit vier uur.

Zo leren ze net als op een echte werkplek om langere tijd aan een taak te werken. Alle leerlingen krijgen uiteindelijk álle praktijkvakken. Zo worden ze breed opgeleid.

Aan het begin van elke periode maken de mentor en praktijkdocent samen leerdoelen. Aan het einde van de periode kijken we samen wat er goed ging en wat beter kan. Dan stellen we nieuwe doelen op.

Werknemersvaardigheden (WEVA)

Tijdens de praktijklessen werken we ook aan werknemersvaardigheden. Deze noemen we WEVA-vaardigheden. Elke week behandelen we een WEVA-woord, zoals:

  • samenwerken
  • op tijd komen
  • iets afmaken
  • concentreren

We gebruiken hiervoor de methode Mijn WEVA. De mentor houdt bij hoe het gaat via de Mijn WEVA-cyclus. Docenten en stagebegeleiders zijn ook getraind in MELBA. Dit is een methode die helpt om te kijken wat iemand al goed kan in werk of dagbesteding, en wat nog geoefend moet worden.

Zelfstandigheid en zelfredzaamheid

In alle lessen besteden we aandacht aan zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Leerlingen leren om:

  • zelfstandig te werken
  • een taak aan te pakken
  • na te denken over hun eigen gedrag

Tijdens het mentoruur voeren we coachingsgesprekken. Samen kijken we wat goed gaat en wat de leerling nog wil leren.

Het lessenpakket schematisch weergegeven:

Voorbereiding op arbeidMijn Weva ( mijn werknemersvaardigheden)
 Stage (intern, groep of extern)
 Sectoren: Groen, Beeldende vorming, Techniek, Horeca en Zorg en Dienstverlening,
Leergebied overstijgendMijn Sova ( mijn sociale vaardigheden)
 Relatie, intimiteit en Seksualiteit-MG ( RIS)
 Mediawijsheid
Nederlandse taalNederlandse taal-mg
 Nederlandse Gebarentaal (NGT)
 Lezen-mg
Rekenen/wiskundeRekenen / wiskunde
Mens& MaatschappijVT, burgerschap, democratie
 CIDS
 Plattegrond, routes, verkeer
 Engels (afhankelijk van de mogelijkheden en het uitstroomprofiel van de leerling)
Mens, Natuur en TechniekZorg en Dienstverlening
 Groen
 Techniek
 Horeca
 Oriëntatie op culturele en creatieve activiteiten
 Beeldende vorming
Culturele oriëntatieHandvaardigheid
 Muziek en bewegen
 Dramatische vorming
Bewegen & sportBewegingsonderwijs

 

  • Praktijklessen: lessen waarbij praktische vaardigheden worden geleerd op het gebied van wonen, werken en vrije tijd;
  • Leergebied overstijgende lessen: lessen waarin algemene vaardigheden worden geleerd.

De leerlingen op het KCZ krijgen tweemaal per jaar een rapport en een evaluatie. Daarmee worden de vorderingen voor de leerlingen en hun ouders inzichtelijk gemaakt.

 

Indeling groepen

De leerlingen worden ingedeeld in groepen op grond van een profiel. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de individuele mogelijkheden en onderwijsbehoeften van de leerlingen. Bij het plaatsen van leerlingen in een groep spelen verschillende factoren een rol. Zo wordt gekeken naar het ontwikkelings- en communicatieniveau en het benodigde communicatie- en taalaanbod, de mate van zelfstandigheid en zelfredzaamheid, de sociaal-emotionele ontwikkeling, de bijkomende problematiek (bijvoorbeeld ten aanzien van gedrag, motoriek, visus enzovoort) en de leeftijd.

Groepsprofielen in het VSO onderwijs:

1.    Profiel doof-CMB

  • De onderwijstaal is NGT waarbij het NGT-niveau individueel bepaald wordt De leerlingen zijn doof of doof functionerend
  • De leer- en leefomgeving van de profielgroep maakt deel uit van de dovencultuur

2.    Profiel SH-CMB

  • De onderwijstaal is (afhankelijk van het communicatieniveau) Nederlands ondersteund met Gebaren (NmG)
  • De leerlingen zijn slechthorend of functioneren als slechthorend
  • De leerlingen hebben een auditief en/of ernstig spraak- en/of taalprobleem
  • De leer- en leefomgeving van de profielgroep maakt deel uit van de horende cultuur

3.    Profiel structuur en autisme CMB

  • De onderwijstaal wordt per leerling individueel bepaald, daar waar klassikale instructie mogelijk is wordt als voertaal, afhankelijk van wat leerling nodig heeft, meestal NmG gebruikt
  • De leerlingen zijn doof, doof functionerend, horend of slechthorend
  • Bij de leerlingen is veelal sprake van psychiatrische problematiek (Autisme Spectrum Stoornis (ASS) of AD(H)D), of andere kind kenmerken die maken dat de leerling behoefte heeft aan het geboden klimaat in deze groepen
  • Er wordt een consequente (dag)structuur gehanteerd waarbij prikkels gereduceerd of gedoseerd worden aangeboden

4.    Profiel doofblind CMB

  • De leerling heeft de onderwijsindicatie doofblind: er is sprake van een combinatie van auditieve- en visusbeperkingen
  • De onderwijstaal wordt per leerling individueel bepaald


Voor leerlingen met een cochleair implantaat (CI) wordt in overleg met de ouders en op advies van de logopedist nagegaan welk groepsprofiel het beste aansluit bij de leerling


5. Profiel  DF PrO

  • De onderwijstaal is NGT waarbij het NGT-niveau individueel bepaald wordt De leerlingen zijn doof of doof functionerend
  • De leer- en leefomgeving van de profielgroep maakt deel uit van de dovencultuur

6. Profiel SH PrO

  • De onderwijstaal is (afhankelijk van het communicatieniveau) Nederlands ondersteund met Gebaren (NmG)
  • De leerlingen zijn slechthorend of functioneren als slechthorend
  • De leerlingen hebben een auditief en/of ernstig spraak- en/of taalprobleem
  • De leer- en leefomgeving van de profielgroep maakt deel uit van de horende cultuur

Stage (VSO)

Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding

Vanaf leerjaar 1 worden de leerlingen getraind in sociale vaardigheden en werknemersvaardigheden. Hiervoor gebruiken we methodes van AHHA (Attitude heeft het allemaal).

onderdelen hiervan zijn: "Mijn Sova en "Mijn Weva"

Mijn SOVA is een methode waarmee leerlingen sociale vaardigheden oefenen. Ze leren bijvoorbeeld:

  • hoe je contact maakt met anderen,
  • hoe je duidelijk zegt wat je wilt,
  • hoe je omgaat met kritiek of boosheid.

De leerlingen oefenen deze situaties in de klas, zodat ze sterker en zekerder worden in sociale situaties.

Mijn WEVA helpt leerlingen om goede werknemersvaardigheden te leren .

Stage op het KCZ CMB/DB

In de laatste drie schooljaren lopen alle leerlingen stage. Tijdens de stage leren zij werken in de praktijk en oefenen ze met werknemersvaardigheden, zoals samenwerken, op tijd komen en zelfstandig werken. De stages worden stap voor stap opgebouwd in tijd, moeilijkheid en zelfstandigheid.

Opbouw van de stages

  • Vierde leerjaar: interne stage
    De leerling blijft op school en voert eenvoudige taken uit, zoals papier bijvullen, oud papier ophalen of de was verzorgen. Dit gebeurt twee lesuren per week, alleen of in tweetallen. Een leerkrachtondersteuner of assistent begeleidt de leerling hierbij.
  • Vijfde leerjaar: groepsstage
    De leerling gaat met een groep naar een externe werkplek, bijvoorbeeld een zorginstelling. De groep wordt begeleid door iemand van school én door een stagebegeleider van het bedrijf. De werkzaamheden sluiten aan bij de sectoren waarin de leerling op school praktijkles heeft gehad: Groen, Beeldende vorming, Horeca, Zorg en Dienstverlening en Techniek. De groepsstage is één dag per week en duurt vijf periodes (van vakantie tot vakantie).
  • Zesde leerjaar: individuele stage
    De leerling loopt één of twee dagen per week stage bij een bedrijf of SW-bedrijf (Sociale Werkvoorziening). Deze stage wordt in overleg met de leerling en ouders gekozen, het liefst dicht bij huis. De leerling werkt zelfstandig en krijgt begeleiding van een stagebegeleider op de werkplek én van de stagecoördinator van school. Er wordt een persoonlijk stageplan gemaakt, met duidelijke leerdoelen.

De stagecoördinator van school houdt contact met de stageplek en komt regelmatig langs. In januari is er een tussentijdse evaluatie. Als er problemen zijn, zoekt de stagecoördinator samen met de leerling, ouders en het bedrijf naar een oplossing.

Uitzonderingen

Soms ziet de stage-opbouw er anders uit, afhankelijk van het uitstroomprofiel:

  • Dagbesteding:
    Deze leerlingen lopen alleen in het laatste half jaar van leerjaar zes stage. Dat is één dag per week, van de herfstvakantie tot de meivakantie. Ze doen interne stage op school en bezoeken soms een dagactiviteitencentrum of een SW-bedrijf.
  • (Vrije) Arbeid:
    Deze leerlingen starten al met stage in het derde leerjaar. Ze doen hun eindstage in het vijfde leerjaar.
  • MBO-Entree:
    Sommige leerlingen kunnen een Entree-opleiding van het MBO volgen. Dit wordt per leerling bekeken.

Voorbereiding op de toekomst

Tijdens de stages maken de leerlingen kennis met verschillende werkplekken. Zo ontdekken ze wat bij hen past. We koppelen de stage aan het praktijkvak op school, zodat leerlingen leren hoe ze hun vaardigheden kunnen gebruiken in echt werk. Samen met de leerling en ouders wordt gekeken naar een geschikte stageplek én een passende plek voor na de schooltijd

 

Entreeopleiding

Sommige leerlingen zijn geschikt om een Entreeopleiding te doen. Dit is een opleiding op MBO niveau 1. Als de leerling hiervoor toelaatbaar is, maakt de school een ondersteuningsplan. Met dit plan kan de leerling de opleiding volgen met ambulante begeleiding van Kentalis.

Sinds schooljaar 2021-2022 is er ook een mogelijkheid om de Entreeopleiding binnen het KCZ te volgen.

  • De leerling krijgt theorieles op school (KCZ).
  • Daarnaast loopt de leerling twee dagen per week stage.
  • Als de leerling klaar is voor het examen, wordt hij of zij ingeschreven bij MBO Rijnland.

Bij goed afronden ontvangt de leerling een MBO niveau 1 diploma.