Hoe ziet de excellente ambulant begeleider eruit?

Is een ambulant begeleider die heel veel weet van taalontwikkelingsstoornissen (TOS), doofheid of slechthorendheid ook automatisch een heel goede ambulant begeleider? Dat kan natuurlijk, maar het hoeft niet. Ons onderzoek laat zien dat ook andere zaken een belangrijke rol spelen.

Vorig jaar heeft Kentalis samen met de Hanzehogeschool in Groningen een onderzoek gedaan naar de competenties – de kennis en vaardigheden – van de excellente ambulant begeleider. Aan dit onderzoek deden zo’n tweehonderd mensen mee: ouders, leerlingen en professionals binnen en buiten cluster 2.

Prettige gesprekspartner

We hebben het profiel van de excellente ambulant begeleider gesplitst in zes onderwerpen. Vanzelfsprekend is inhoudelijke kennis een van de belangrijkste onderdelen; juist door de kennis op het gebied van TOS, doofheid of slechthorendheid kan de ambulant begeleider de juiste ondersteuning geven. Ook communicatieve vaardigheden zijn essentieel: de ambulant begeleider moet goed kunnen luisteren en duidelijk kunnen uitleggen; hij of zij moet een prettige gesprekspartner zijn.

Zelfkennis

Daarnaast moet een ambulant begeleider flexibel zijn en zich kunnen aanpassen aan verschillende situaties; hij of zij kan de leerkracht coachen als dat nodig is. Ook de competenties professioneel handelen en zelfkennis tonen zijn van belang. We bedoelen hiermee dat de ambulant begeleider zijn of haar sterke én minder sterke punten kent en weet waar hij of zij veel of juist wat minder kennis van heeft. Je kunt namelijk ook advies vragen aan collega’s, want niemand kan alles weten.

De hulpvraag

Ouders en leerlingen die hebben meegedaan aan de enquête misten hierin de hulpvraag van de leerling. Daar hebben ze natuurlijk gelijk in, want daar draait het tenslotte om. Toch hebben we de hulpvraag niet specifiek genoemd in dit profiel. De hulpvraag koppelen we niet aan de excellente ambulant begeleider, omdat we die essentieel vinden voor elke ambulant begeleider, ook als die net begint. Kortom: de hulpvraag van u of uw kind vormt de rode draad van de begeleiding; dat is altijd ons uitgangspunt.

Het vervolg

Nu we weten wat u en de scholen belangrijk vinden, gaan we daar natuurlijk mee aan de slag. We bespreken de resultaten met de ambulant begeleiders, zodat die zelf kunnen onderzoeken waar ze goed in zijn en wat ze verder willen ontwikkelen. De ambulant begeleider wordt hierdoor bekwamer, wat een positief effect heeft op de cluster-2-leerling op de reguliere school. Want daar doen we het tenslotte voor!