Stagneert de ontwikkeling van een kind met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) en is niet duidelijk hoe het verder moet? Dan kan het kind terecht bij een van onze Spraak & Taal Ambulatoriums (STA). “We gaan op ontdekkingstocht naar wat werkt voor dit kind”, vertelt Hans Kaffener, die jarenlang als gz-psycholoog werkte bij het Spraak & Taal Ambulatorium in Enschede. “Zodra we daar door onderzoeken en proefbehandelingen een goed beeld van hebben, dragen we het weer over aan de betrokkenen, zoals de ouders, leerkracht en logopedist.”
Als de ontwikkeling stagneert
“De kinderen die wij zien zijn niet complex, maar hun situaties en problematiek wel. Er is altijd al veel ingezet, zoals logopedie, groepsbehandeling of cluster-2 onderwijs. Toch stagneert het kind in zijn of haar ontwikkeling en dan vooral in de taalontwikkeling”, legt gz-psycholoog Hans Kaffener uit. “De leerkracht, ouders en ambulant begeleider weten bijvoorbeeld niet goed wat ze moeten inzetten om het kind verder te helpen. Daardoor zit er vaak veel frustratie in de communicatie. We zien hier vooral kinderen in de basisschoolleeftijd. Een taalontwikkelingsstoornis heeft op elke leeftijd weer andere gevolgen. Soms loopt het kind vast als het bijvoorbeeld naar groep drie gaat en moet leren lezen en schrijven.”
Verder uitpluizen
“Het kind is in het verleden onderzocht bij een audiologisch centrum. Die onderzoeken laten bijvoorbeeld zien hoe het is met gehoor, met de verstandelijke ontwikkeling en met het communiceren. Bij het Spraak & Taal Ambulatorium gaan we door met uitpluizen. We willen bijvoorbeeld verklaren wáárom een kind ergens zo’n moeite mee heeft of wát het kind doet met de informatie die het hoort. Het onderzoek gaat hier dus verder. Zo wordt de hulpvraag duidelijk. Soms is dat al voldoende en kan het kind dan al terug naar bijvoorbeeld de logopedist of behandelaar, maar vaak gaat het verder en gaan we op zoek naar oplossingen.”
Ontdekkingstocht naar wat werkt
“Het kind komt dan een ochtend per week naar ons, acht weken lang en samen met de ouders. Dan begint de grote ontdekkingstocht naar wat werkt. We proberen behandelmethoden uit om te onderzoeken welke zorgvorm of methodieken bij het kind passen. Stel dat er uit het neuropsychologisch onderzoek komt dat het auditief geheugen niet goed is, dan proberen we wat zwak is sterker te maken en wat sterk is te gebruiken om te compenseren wat minder goed gaat. Als we zien dat iets goed helpt, stoppen wij en gaat de leerkracht of logopedist verder met het inslijpen ervan. Meestal kunnen we na de proefbehandelingen allerlei tips geven, zoals: laat dit kind tijdens je les tekenen, dan kan het de uitleg beter onthouden. Ik zie trouwens vaak dat de behandeling hier al begint te werken. Ik denk omdat het kind zich begrepen, gesteund en erkend voelt en merkt dat er eindelijk iets werkt.”
Samen met ouders
“Ouders leren ook veel. Ze kijken tijdens onze proefbehandelingen via camerabeelden direct mee met de logopedist, behandelaar of psycholoog in de kamer ernaast. Ze kijken dus driekwartier naar hun kind en zien precies wat het doet, wat het zegt en hoe het reageert. Dan ga je kleine dingen zien die je normaal niet ziet. Gisteren zag een moeder ineens dat haar zoon rustig wordt als hij iets in zijn handen heeft om mee te spelen. Dat helpt hem om te luisteren. Een waardevol inzicht. Ouders leren hier ook veel over de communicatie met hun kind. Je vult snel aan als iemand iets verkeerd zegt, soms zonder dat je het merkt. Dat is onze natuur. Vaak is het bij deze kinderen belangrijk om dat niet meteen te doen, maar om te ‘kijken, wachten en luisteren’. Dat vraagt een tegennatuurlijke reactie en oefenen we daarom hier.”
Advies voor de betrokkenen
“Hebben we een goed beeld van wat werkt voor dit kind? Dan maken we een handelingsplan en nodigen we bijvoorbeeld de leerkracht en logopedist van het kind uit om mee te kijken via de camerabeelden. We laten zien welke aanpak volgens ons werkt, hoe het werkt en hoe ze dit kunnen overnemen. Later, bij het adviesgesprek, zitten alle betrokkenen samen aan tafel. Ze spreken af wie wat gaat doen en hoe ze het kind met de nieuwe informatie samen verder kunnen helpen. Een heel mooi en belangrijk moment, want zij moeten het gaan doen. Na een half jaar meten we hoe het gaat en of er verbetering is.”
Kort en krachtig
Onze aanpak is kort en krachtig en heeft veel invloed op het systeem van het kind. De meeste ouders zijn heel dankbaar, omdat ze weer zien wat het kind kan, wat helpt en wat ze zelf kunnen doen. Ze zien weer perspectief en dat is het allerbelangrijkst.”
Kentalis heeft een Spraak & Taal Ambulatorium in Assendelft, Breda, Eindhoven, Enschede, Groningen, Maastricht, Utrecht, Venlo-Blerick en in Zoetermeer. Neem gerust contact met ons op voor meer informatie.