‘Ik kan bij Kentalis kennis brengen én halen’

Monique Verberg

Monique Verberg stuurde net af als logopedist, toen ze begon bij Kentalis Rafaël – een speciale school voor leerlingen met doofblindheid. Ze verloor haar hart aan de doelgroep en zat daarna niet stil. Monique werkte bij team diagnostiek, stond met collega’s aan de start van het CHARGE-team en volgde de masteropleiding ‘communicatie bij aangeboren doofblindheid’. Nu is de cirkel rond: “Ik ben behandelcoördinator bij Het Carré, waar sommige van mijn oud-leerlingen wonen.”

“Bij vier woongroepen ben ik verantwoordelijk voor de inhoudelijke zorg en behandeling. Bij ons wonen mensen met een beperking in horen én zien en moeilijk verstaanbaar gedrag. Wat ik heel bijzonder vind, is dat ik sommige bewoners al ken vanaf hun kleuterleeftijd.

Veel te leren

Toen ik in 2007 de vacature bij Kentalis Rafaël zag, was ik meteen heel nieuwsgierig. Vanuit de opleiding logopedie was ik helemaal niet bekend met deze doelgroep. Toch reageerde ik. Ik werd gebeld met de vraag of ik een dag wilde meekijken. Na die dag wist ik meteen: dit is het. Je moet hier zo in de communicatie duiken en puzzelen om te ontdekken hoe je met elkaar contact kan maken en communiceert. Er viel en valt gewoon heel veel te leren en je bent voor deze leerlingen en cliënten van enorme betekenis.
 

Overstap naar team diagnostiek

Na een aantal jaar binnen onderwijs kreeg ik de kans om bij ‘team diagnostiek’ aan de slag te gaan – een landelijk team dat diagnostisch onderzoek doet bij mensen met een beperking in horen én zien. Enorm interessant. De combinatie was alleen pittig, omdat ik op school fulltime werkte. Daarom koos ik uiteindelijk voor de overstap van onderwijs naar zorg. Er waren voor mij veel ontwikkelmogelijkheden en ik mocht al snel mee naar internationale congressen en daarna ook zelf lezingen geven. Soms plakte ik er met collega’s een tripje aan vast, bijvoorbeeld door Brazilië.

In 2012 startte ik met een masteropleiding over doofblindheid in Groningen. Dat gaf een mooi stuk verdieping in mijn werk en die kennis kon ik gelijk toepassen binnen mijn werkzaamheden. Ik wilde graag een stap maken in mijn loopbaan, maar ondanks de afgeronde masteropleiding voelde ik mij toen nog niet voldoende gekwalificeerd om als orthopedagoog of behandelcoördinator aan de slag te gaan. 

CHARGE-team opgericht

In die tijd kwamen er veel mensen bij ons met vragen over het CHARGE-syndroom. Daarom startten we een landelijk CHARGE-team. Het leek ons goed om alle vragen en kennis te bundelen. Momenteel bestaat het CHARGE-team nog steeds en komen er nog steeds veel vragen binnen. Ook doe ik zelf, vanuit mijn huidige rol als behandelcoördinator, nog regelmatig een beroep op dit team.

Kennis brengen én halen

Omdat ik destijds weinig doorgroeimogelijkheden zag, heb ik na lang wikken en wegen een uitstapje naar Bartimeus gemaakt, waar ik werkte als gedragskundige voor de doofblindenwoningen. Na twee jaar polste een oud-collega of ik wilde terugkomen om als behandelcoördinator aan de slag te gaan binnen Kentalis Wonen en Dagbesteding. Ik miste het blijven leren, wat ik echt vind bij Kentalis. Kentalis doet veel onderzoek, zit in Deelkrachtprojecten en werkt samen met de Rijksuniversiteit Groningen. Ook werken hier relatief veel mensen met kennis van doofblindheid. Dat zorgt ervoor dat je hier iets kunt brengen én halen. Daar word ik blij van.

Weer een wam bed

Ik ben nog steeds blij met die stap. Terugkomen voelde als een warm bad. Ik kende veel mensen nog én werk nu dus onder andere voor mijn oud-leerlingen binnen de woningen. Dat is zo leuk. Het voelt alsof ik met ze meegroei en voor hun ouders en verwanten ben ik een vertrouwd gezicht. Ik voel mij heel betrokken bij onze bewoners én de medewerkers op de woongroepen. Ik kan niet vaak genoeg zeggen hoe belangrijk zij zijn. Ik kan nog zulke mooie plannen maken; zij moeten het doen in het contact met de bewoner.

Onze medewerkers doen het

Een voorbeeld: Er kwam een tijd geleden een nieuwe bewoner met veel moeilijk verstaanbaar gedrag. Vanwege haar hechtingsproblematiek, wilden we haar gedrag zo veel mogelijk negeren. Dit om haar het gevoel te geven dat we er voor haar zijn en blijven - ondanks haar gedrag. Dat kan je mooi opschrijven, maar in de praktijk vraagt het nogal wat van je collega’s die dagelijks worden geconfronteerd met het gedrag.

Na veel voorbereiding en overleg, gingen ze er voor en na een paar weken zagen we een heel ander kind. Het gedrag doofde langzaam uit en er was ruimte voor contact én communicatie. Het was geweldig om te zien welke groei deze bewoner maakte. En dat dankzij het geduld en vertrouwen van mijn teams. Ik wil er voor mijn collega’s zijn. Daarom zorg ik dat ik veel op de groepen ben, zodat we laagdrempelig contact hebben. Ik wil kunnen observeren, meedenken en meehelpen.”

Impuls-opleiding

Daarom heb ik ook met collega’s de impuls-opleiding ontwikkeld. Nieuwe medewerkers kunnen deze gaan volgen en leren zo snel meer over onze bijzondere doelgroep. Ook daar ben ik heel trots op!”